Aansprakelijkheid onderaannemer jegens opdrachtgever in hoofdaanneming

Op 13 juli 2016 heeft de rechtbank Gelderland een vonnis gewezen waarin is geoordeeld dat een onderaannemer onrechtmatig heeft gehandeld ten opzichte van de opdrachtgever in hoofdaanneming alsmede dat de opdrachtgever de onderaannemer rechtstreeks kan aanspreken. Het vonnis kan hier worden teruggevonden. Het gaat om de situatie dat de onderaannemer ten opzichte van de hoofdaannemer tekortschiet in de nakoming van zijn onderaannemingsovereenkomst. In dit artikel ga ik wat dieper in op de vordering van de opdrachtgever in hoofdaanneming jegens de onderaannemer.

shutterstock-306289928.jpg

Waar gaat het in deze zaak om?

Het gaat in deze zaak om de bouw van een indoor sportaccommodatie. De gemeente is hoofdopdrachtgever en sluit een aannemingsovereenkomst met de hoofdaannemer waarop de UAV 1989 van toepassing is. In de overeenkomst is een onderaannemer voorgeschreven voor de staalconstructies. Nadat het werk door de onderaannemer is aangevangen, treedt scheurvorming op. Na onderzoek blijkt dat de staalconstructie veel gebreken bevat.

De gemeente stelt dat zij haar schade rechtstreeks bij de onderaannemer kan vorderen. Dat is een afwijking van de reguliere situatie. In beginsel is de hoofdaannemer voor de opdrachtgever het eerste aanspreekpunt. De gemeente spreekt de onderaannemer in dit geval rechtstreeks aan, omdat de gemeente en de hoofdaannemer hebben afgesproken dat hij jegens de gemeente niet aansprakelijk is voor schade die het gevolg is van tekortkomingen van de (voorgeschreven) onderaannemer.

Wat oordeelt de rechtbank?

De rechtbank oordeelt dat de gemeente de onderaannemer niet op grond van een overeenkomst kan aanspreken. In de driepartijenrelatie opdrachtgever – hoofdaannemer – onderaannemer mag het bestaan van een overeenkomst tussen de opdrachtgever en de onderaannemer niet te snel worden aangenomen. Dat het een voorgeschreven onderaannemer betreft, maakt dat niet anders.De gemeente voert echter eveneens aan dat de onderaannemer jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld (artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek). De rechtbank gaat hierin, onder verwijzing naar jurisprudentie van de Hoge Raad, mee.

Uit jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt namelijk dat het tekortschieten van de onderaannemer jegens de hoofdaannemer onder omstandigheden kan kwalificeren als een onrechtmatige daad jegens de opdrachtgever. In die jurisprudentie is een aantal niet-limitatieve omstandigheden geformuleerd. Specifiek heeft de Hoge Raad in het arrest Wierts/Visseren tot uitgangspunt genomen: ‘‘De onderaannemer zal in het algemeen binnen bepaalde grenzen rekening hebben te houden met de belangen van de opdrachtgever en de opdrachtgever zal in het algemeen erop mogen vertrouwen dat de aannemer dat doet.’’¹

Waarom wordt het handelen van de onderaannemer onrechtmatig geacht?

De onderaannemer wist dat de gemeente de opdrachtgever was en hij was nauw betrokken bij de inschrijving op het project door de hoofdaannemer. Daarnaast liep de onderaannemer niet het risico dat hij twee keer aangesproken zou worden, omdat de gemeente en de hoofdaannemer overeengekomen zijn dat de hoofdaannemer niet aansprakelijk is voor schade die het gevolg is van tekortkomingen van de onderaannemer. Ook diende de onderaannemer bij de uitvoering aanwijzingen op te volgen van de hulppersoon van de architect van de gemeente en wordt (een deel van) de veroorzaakte schade gedekt voor de verzekering van de onderaannemer. 

Is een onderaannemer dan direct aansprakelijk voor alle schade?

Dat is niet het geval. Een onderaannemer kan een beroep doen op alle juridische verweren waarvan hij denkt dat hij die kan gebruiken. Zo zou hij een beroep kunnen doen op verjaring, eigen schuld aan de zijde van de opdrachtgever of op een in de onderaannemings- en/of hoofdaannemingsovereenkomst opgenomen aansprakelijkheidsbeperking. In het beschreven vonnis deed de onderaannemer bijvoorbeeld met succes een beroep op een aansprakelijkheidsbeperking uit de onderaannemingsovereenkomst.

Wanneer komt een rechtstreekse vordering van de opdrachtgever jegens de onderaannemer in beeld?

De hoofdaannemer kan met de noorderzon vertrokken zijn, onvoldoende verhaal bieden (bijvoorbeeld door faillissement) of kan de aansprakelijkheid jegens de opdrachtgever hebben beperkt. Ook kan de opdrachtgever de hoofdaannemer vanuit commercieel oogpunt (bijvoorbeeld een goede relatie) willen ontzien. Dit zijn feitelijke/juridische beweegredenen waarom de opdrachtgever de onderaannemer rechtstreeks zou willen aanspreken. Vervolgens moet worden beoordeeld of dit juridische gezien haalbaar is.

¹ HR 20 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT7496 (Wierts/Visseren)

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten