Klaag op tijd

Wat is de uitspraak?
Een eigenaar-bewoner krijgt zijn pas opgeleverde huis niet warm gestookt. Het helpt niet om gordijnen op te hangen en de verwarming hoger te zetten. Ruim twee jaar na de oplevering hoort de bewoner van een arbitrage-uitspraak over een identieke woning. Daaruit blijkt dat de vloerverwarming niet over de volle oppervlakte van de vloer is aangelegd. De bewoner sommeert de aannemer om dit gebrek ook in zijn woning te herstellen. De aannemer verweert zich met de stelling dat er niet binnen ‘bekwame tijd’ is geklaagd en dat er daarom geen beroep meer mogelijk is op het gebrek. De Raad van Arbitrage is het daar niet mee eens en veroordeelt de aannemer tot herstel.

Wat zijn de praktische gevolgen?
Volgens de wet (art. 6:89 BW) kan een opdrachtgever alleen een beroep doen op een gebrek in de prestatie als hij op tijd (‘binnen bekwame tijd’) bij de aannemer heeft geprotesteerd, nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijze had behoren te ontdekken. In dit geval was de opdrachtgever eerder bekend met het gebrek dan met de oorzaak en vond de Arbiter het voldoende om binnen bekwame tijd na ontdekking van de oorzaak te protesteren. Toch is het altijd aan te raden de aannemer zo snel mogelijk te attenderen op een (mogelijk) gebrek, ook als de oorzaak nog niet vast staat. Bij constatering van een gebrek mag ook eerst de oorzaak worden onderzocht alvorens te protesteren. Wat ‘binnen bekwame tijd’ is, hangt af van de omstandigheden van het geval. Protesteren binnen twee maanden wordt tijdig geacht, een langere termijn behoeft vaak uitleg. Dit wetsartikel geldt overigens niet alleen voor aanneming van werk, maar voor alle prestaties.

Raad van Arbitrage, 29 juni 2011, BR 2011/179

Marijn Huijbers


Dit artikel is tevens gepubliceerd in Aedes-Magazine 2/2012.

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten