Nota over fiscale positie woningcorporaties uitgebracht door staatssecretaris Weekers

Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft op 13 september jl. een Nota uitgebracht over de fiscale positie van woningcorporaties. In deze Nota gaat de staatssecretaris uit-gebreid in op de vroegere en de huidige rol en taken van woningcorporaties. Hij komt tot de volgende conclusies:

  • De staatssecretaris wil geen “specifieke fiscale faciliteiten” (zoals een vrijstelling van vennootschapsbelasting) voor toegelaten instellingen (her)introduceren;
  • Toegelaten instellingen komen wél in aanmerking voor de status van ANBI (al-gemeen nut beogende instelling). Dit zal in het Belastingplan 2013 met terug-werkende kracht tot en met 1 januari 2012 wettelijk worden vastgelegd.

De staatssecretaris wil corporaties dus maar weinig extra fiscale speelruimte bieden. Aan de fiscale positie van corporaties wil hij niets structureels veranderen. Wel kan de ANBI-status in sommige situaties voordelig zijn.


ANBI-status voor toegelaten instellingen
Met ingang van 1 januari 2012 was het door een aanpassing van de fiscale wetgeving niet meer mogelijk dat een corporatie de ANBI-status kon krijgen. De uitspraak van de Hoge Raad van 13 januari 2012, dat corporaties het algemeen nut beogen, had betrek-king op de wetgeving van vóór 2012. De staatssecretaris van Financiën erkent nu echter dat toegelaten instellingen een bij-zondere plaats innemen binnen de woningmarkt. Bovendien zijn zij onderworpen aan allerlei specifieke regels (zoals het BBSH). Om het belang van de volkshuisvestingstaak van corporaties te onderstrepen, heeft de staatssecretaris besloten dat toegelaten in-stellingen ook na 2011 kunnen (blijven) kwalificeren als ANBI. De ANBI-status moet worden aangevraagd bij de belastingdienst.


De ANBI-status biedt enkele voordelen voor de overdrachtsbelasting: een juridische fusie tussen ANBI’s is vrijgesteld van overdrachtsbelasting, mits commerciële factoren daarbij geen rol spelen. De overdrachtsbelasting-vrijstelling geldt ook ingeval van een “taakoverdracht” tussen ANBI’s, mits:

  • alle activa en passiva die betrekking hebben op de overgedragen taak aan de verkrijgende ANBI worden overgedragen;
  • bij de overdracht commerciële factoren geen rol spelen;
  • de overdracht niet uitsluitend de exploitatie van onroerende zaken inhoudt; en
  • de onroerende zaken worden aangewend voor de overgedragen taak.

Deze overdrachtsbelasting-vrijstelling bij taakoverdracht kan van belang zijn als een toegelaten instelling een deel van het bezit (met alle bijbehorende lusten en lasten) van een collega-corporatie wil overnemen.

Voor de vennootschapsbelasting heeft de ANBI-status voor corporaties niet zo veel betekenis meer. Tot 1 januari 2012 was het mogelijk dat een ANBI gebruik maakte van de zogenaamde herbestedingsreserve (tegenwoordig: bestedingsreserve); daarmee kon de fiscale winst (en daarmee de te betalen vennootschapsbelasting) worden verminderd. Met ingang van 1 januari 2012 kan de bestedingsreserve alleen nog worden toegepast door culturele instellingen en organisaties die voornamelijk met vrijwilligers werken. Corporaties kunnen dus, ook al krijgen ze in 2012 (weer) de ANBI-status, geen gebruik maken van de bestedingsreserve.

Voor meer informatie over dit artikel kunt u contact opnemen met Hans van Doesburg.

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten