Ontruiming na obsessief gedrag jegens buurvrouw

Overlast kan zich in de meest uiteenlopende vormen voordoen. En niet zelden wordt die overlast veroorzaakt door verwarde personen. Zo ook in het geval dat leidde tot het ontbindings- en ontruimingsvonnis van de kantonrechter te Rotterdam van 30 oktober 2015.

In deze casus werd de huurder verweten dat hij obsessief gedrag vertoonde jegens de onderbuurvrouw. Dit gedrag bestond er onder andere uit dat hij haar bespiedde en stelselmatig controleerde, haar (en haar auto) fotografeerde en continu klachten over haar indiende bij de verhuurder met betrekking tot vermeende overlast die zij zou veroorzaken. De huurder pleegde zodoende stelselmatig inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de onderbuurvrouw, aldus de verhuurder. Ook andere omwonenden klaagden over het gedrag van de huurder.


De huurder beriep zich er in de procedure onder meer op dat zijn obsessieve gedrag was ingegeven door een periode van gezondheidsproblemen als gevolg van het verliezen van zijn baan en huisdier, en dat die periode nu voorbij is: de overlast zou nu tot het verleden behoren.

De kantonrechter gaat hier echter niet in mee. Mede aan de hand van drie standaardarresten van de Hoge Raad op het gebied van overlast komt hij tot een ontbinding en ontruimingsveroordeling.

De kantonrechter stelt voorop (1) dat een huurder zich niet alleen als een goed huurder moet gedragen ten aanzien van de door hem gehuurde zaak, maar ook ten opzichte van de omgeving van het gehuurde.

Voorts geldt (2) ten aanzien van duurovereenkomsten, zoals een huurovereenkomst, dat indien een der partijen tekort is geschoten in de nakoming van een voortdurende verplichting (zoals het zich gedragen als goed huurder) deze verplichting weliswaar in de toekomst alsnog (of: weer) kan worden nagekomen, maar dat daarmee de tekortkoming in het verleden niet ongedaan gemaakt wordt. Met andere woorden: ook al zou de overlast nu over zijn, op grond van de overlast uit het verleden kan de huurovereenkomst ontbonden worden.

Tot slot geldt (3) dat het eventuele gegeven, dat de huurder de overlast heeft veroorzaakt als gevolg van een geestelijke stoornis, niet in de weg hoeft te staan aan een ontbinding van de huurovereenkomst. De rechter heeft immers niet alleen rekening te houden met de belangen van een geestelijk gestoorde huurder, maar ook met de belangen van omwonenden om gevrijwaard te blijven van overlast.

Indien u meer wilt weten over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met Paul Roks.


Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten