Vergoeding bij ontslag

Wat is de uitspraak?
In een procedure tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst vindt de kantonrechter dat de werkgever veel te verwijten valt omdat hij zonder goede grond per se van de werknemer afwilde. De kantonrechter stelt dat de werknemer goed heeft gefunctioneerd. Er zijn geen functionerings- of gespreksverslagen die het tegendeel aantonen. De rechter vindt dan ook dat er sprake is van onwil van de werkgever en niet van ‘een verandering van omstandigheden’. Toch ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst omdat toekomstige samenwerking onmogelijk is. Aan de werknemer wordt een aanzienlijke vergoeding toegekend die niet is gebaseerd op de kantonrechtersformule.

Wat zijn de praktische gevolgen?
Uit deze casus blijkt dat de rechter naar eigen goeddunken een veel hogere ontslagvergoeding kan toekennen dan de kantonrechtersformule. De beëindiging van een arbeidsrelatie moet altijd gebaseerd zijn op een arbeidsrechtelijke grond. Dat kan een ‘verandering van omstandigheden’ zijn, zoals een verstoorde arbeidsverhouding en/of het slecht functioneren van de werknemer. Juist op deze grond kan de rechter een vergoeding toekennen die hij gezien de omstandigheden van de zaak billijk acht.

Om te voorkomen dat een werkgever de ‘hoofdprijs’ moet betalen, zal deze de verandering in omstandigheden concreet moeten aantonen. Dat kan onder meer door (half)jaarlijks een uitgebreid functioneringsverslag te maken en door redelijke afspraken vast te leggen en die na te leven. Onderlinge geschillen moet de werkgever eveneens duidelijk toelichten. Daarnaast kent de CAO Woondiensten de mogelijkheid om salarisverhoging te onthouden en is het raadzaam om jaarlijks slechts aan de goed tot uitmuntend presterende werknemer een gratificatie toe te kennen.

Kantonrechter Rotterdam, 9 december 2010, LJN: BO6832

Gabriëlle Gijsberts

Dit artikel is tevens gepubliceerd in Aedes-Magazine 5/2011.

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten