Zonneschermen, servicekosten en het ongelijk van de Huurcommissie – een update

Onlangs schreef mijn collega Tanja de Groot over de vraag of zonneschermen als onderdeel van de servicekosten bij huurders in rekening kunnen worden gebracht. Aanleiding hiervoor was het standpunt van de ombudsman van de omroep MAX die onder verwijzing naar een uitspraak van de Huurcommissie aangaf dat veel huurders ten onrechte voor zonneschermen betalen via de servicekosten. De Huurcommissie had namelijk geoordeeld dat zonneschermen onlosmakelijk met de woning verbonden zijn, daarmee onroerend zijn, en dat de kosten daarvoor geacht moeten te zijn inbegrepen bij de kale huur.

Zoals in het stukje van Tanja de Groot bleek, dacht de Rechtbank Oost-Brabant daar anders over. Deze oordeelde dat zonneschermen roerende zaken zijn. Dat betekent dat zij niet geacht worden te zijn inbegrepen bij de kale huur en dat er via de servicekosten een vergoeding in rekening gebracht mag worden bij de huurder.

Inmiddels zijn er meer uitspraken over dit onderwerp gepubliceerd die het oordeel van de Rechtbank Oost-Brabant bevestigen. Zo oordeelde de Rechtbank Rotterdam op 6 maart 2015 dat zonneschermen roerende zaken zijn, waarvoor een vergoeding in de servicekosten in rekening mag worden gebracht (ECLI:NL:RBROT:2015:2010). Ook de Rechtbank Den Haag kwam twee dagen eerder - in een zaak waarbij ik namens de verhuurder optrad - tot het oordeel dat zonneschermen roerend zijn en dat een vergoeding hiervoor middels de servicekosten in rekening mag worden gebracht (ECLI:NL:RBDHA:2015:4397).

Inmiddels hebben drie verschillende rechtbanken, in zeer duidelijke uitspraken, een eerder oordeel van de Huurcommissie over zonneschermen teruggedraaid: zonneschermen zijn roerend. Er zijn mij daarentegen géén gerechtelijke uitspraken bekend waarin juist geoordeeld is dat zonneschermen onroerend zijn. Dat betekent overigens niet dat dit nooit het geval kan zijn; de omstandigheden van het geval zullen altijd de doorslag geven.

Ik denk echter dat inmiddels de conclusie gerechtvaardigd is dat de Huurcommissie op een onjuist spoor zit in haar oordeel over zonneschermen. In de uitspraken van de Huurcommissie, die de aanleiding vormden voor de drie hierboven genoemde procedures, heeft de Huurcommissie steeds zonder al te veel (juridische) onderbouwing aangenomen dat de zonneschermen onroerend waren. Die benadering moet dus hoognodig op de schop na drie tikken op de vingers.

Indien u vragen heeft over dit vraagstuk, kunt u contact opnemen met mr. Rogier Goeman.

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten