In veel gemeentes wordt een zeer strikt beleid gehanteerd als er in een (huur)woning drugs bestemd voor handel worden aangetroffen. De burgemeester heeft in dat geval namelijk de bevoegdheid om de woning voor bepaalde tijd te sluiten. Deze bevoegdheid ontleent de burgemeester aan artikel 13b van de Opiumwet. Het doel van een sluiting is het stoppen van aanloop van drugsklanten naar de betreffende woning. Gedurende de sluiting mag immers niemand de woning betreden.
Vanaf het moment van feitelijke sluiting door de gemeente tot het moment dat deze sluiting eindigt heeft de verhuurder de bevoegdheid om de huurovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden. Uiteraard bestaat dan ook altijd nog de mogelijkheid om een bodemprocedure te starten tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege de aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs.
Zoals gezegd zijn burgemeesters over het algemeen snel geneigd een woning te sluiten als er een handelshoeveelheid drugs is aangetroffen. Tot voor kort was onduidelijk of deze bevoegdheid ook bestaat als er in een woning een hennepkwekerij is aangetroffen. Recentelijk heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State hierover beslist. De Raad van State is van oordeel, dat een hennepkwekerij onmiskenbaar onder de ratio van artikel 13b van de Opiumwet valt en dat de burgemeester op basis daarvan de woning mag sluiten.
Indien u vragen heeft over hennepkweek, aanwezigheid van drugs en de mogelijkheden om een huurovereenkomst te ontbinden kunt u contact opnemen met Christian Schellekens.
Christian Schellekens