Asbest en waarschuwingsplicht

Oudere woningen bevatten vaak onderdelen waarin asbest is verwerkt. Stel de verhuurder weet dat er mogelijk asbest in de woning zit. Moet hij de huurder dan waarschuwen? Een recente uitspraak van de Hoge Raad laat zien dat dit verstandig is.

De aanleiding
In 2005 vindt een inbraak plaats in een verhuurd winkelpand. De dieven verschaffen zich toegang door gaten in het dak te boren. Tussen dak en systeemplafond zit een asbesthoudende verdiepingsvloer als gevolg waarvan asbest vrijkomt. Naar blijkt het zeer schadelijke losgebonden bruine asbest (amosiet). De verhuurder heeft altijd verklaard dat het pand ‘voor zover hem bekend’ asbestvrij is. Omdat de verhuurder weigert het asbestplafond te saneren, laat de huurder dit doen.

Het geschil
Na de inbraak is de winkel enige tijd dicht geweest. De huurder spreekt de verhuurder aan voor de schade. Hij wenst vergoeding van de kosten van de asbestsanering, vermindering van huur en vergoeding van gevolgschade.

De uitspraak
Het hof oordeelt dat de enkele aanwezigheid van asbest nog geen gebrek hoeft te zijn. Dat is wèl het geval indien het asbest vrijkomt. Het hof wijst vermindering van de huur toe. Vergoeding van de kosten van asbestsanering en gevolgschade wijst het hof af. De huurder legt de zaak voor aan de Hoge Raad. De raad acht het oordeel van het hof onduidelijk. Temeer omdat de huurder had aangevoerd dat de enkele aanwezigheid van het asbest zijn gebruik van het pand beperkt. De huurder moet daardoor altijd voorzichtig zijn dat door het ‘het boren van een gaatje’ geen asbest vrijkomt. Een ander gerechtshof zal zich nu nogmaals over de zaak buigen.

Het gevolg
Een huurder mag verwachten dat een verhuurde woning geen latente risico’s in zich bergt die zich bij normaal gebruik kunnen openbaren en dan tot gevaar leiden. Of een latent risico onaanvaardbaar is, hangt onder meer af van het feit of de huurder met het risico bekend was. Een verhuurder doet er daarom goed aan zijn huurders uitdrukkelijk te waarschuwen voor de aanwezigheid van asbest in onderdelen van het verhuurde pand waarvan hij weet of kan vermoeden dat de huurder daaraan bewerkingen wil uitvoeren.

Hoge Raad, 3 september 2010, LJN: BM3980

Jos van den Mosselaar


Dit artikel is tevens gepubliceerd in Aedes-Magazine 21/2010.

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten