Ook al beschikt een verhuurder over een vonnis, waarbij de huurder veroordeeld is tot betaling van een huurschuld, dan nog kost het vaak veel moeite de vordering daadwerkelijk te innen. Regelmatig is daartoe beslag noodzakelijk. Vaak vindt beslag op loon of uitkering plaats; daarbij geldt een beslagvrije voet. Bij bankbeslag legt de deurwaarder beslag op de bankrekening van de schuldenaar. Het beslag treft uitsluitend het saldo dat ten tijde van de beslaglegging op de rekening staat. Kan een schuldenaar in zo’n geval ook aanspraak maken op een beslagvrije voet?
Beslagvrije voet bij bankbeslag?
Wettelijk kader
Als uitgangspunt geldt dat een schuldeiser zijn vordering op alle goederen van de schuldenaar mag verhalen, tenzij de wet of een overeenkomst anders bepaalt. De wet kent een aantal uitzonderingen. Een daarvan is de zgn. beslagvrije voet. De wetgever beoogt daarmee te waarborgen dat ook de schuldenaar, op wiens loon of uitkering beslag wordt gelegd, voldoende overhoudt om te kunnen voorzien in zijn eerste levensbehoeften. Als iemand geen vast inkomen heeft, kiest een schuldeiser nogal eens voor bankbeslag. Wettelijk gezien geldt daarvoor geen beslagvrije voet. Dient een schuldeiser daar toch rekening mee te houden?
Misbruik van recht
Medio december 2016 legde een verhuurder bankbeslag ter verhaal van een aan hem toegewezen vordering terzake van huurschuld. Op een eerder verzoek tot het treffen van een betalingsregeling was door de huurder niet gereageerd. Bij het beslag werd geen rekening gehouden met een beslagvrije voet. In rechte vordert de huurder terug hetgeen waarop door de verhuurder beslag is gelegd. Daarbij beroept de huurder zich onder meer op het feit dat met de beslagvrije voet rekening had moeten worden gehouden, althans dat er sprake is van misbruik van recht indien daar geen rekening mee wordt gehouden. Bij vonnis van 7 september 2017 oordeelt de kantonrechter te Eindhoven dat het systeem van de beslagvrije voet op onaanvaardbare wijze kan worden doorbroken indien bankbeslag wordt gelegd zodra een uitkering op de rekening van een schuldenaar is bijgeschreven. Volgens de kantonrechter wordt aan het doel en de strekking van de beslagvrije voet ernstig afbreuk gedaan, indien door het beslag de schuldenaar geen geld meer ter beschikking staat voor levensonderhoud. Voorts gaat de kantonrechter in zijn uitspraak nog in op de vraag waar wel/geen beslag op mogelijk is. Toeslagen en inkomsten uit bijzondere bijstand vallen buiten het beslag, omdat het beperkte doelverstrekkingen zijn en niet gezien moeten worden als een bron van inkomsten. Beslag op huurtoeslag staat de kantonrechter wel toe, nu er sprake was van een vordering wegens huurschuld 1.
Conclusie
In geval geen beslag op loon of een uitkering mogelijk is, kan een schuldeiser ook kiezen voor bankbeslag. In dat geval geldt geen beslagvrije voet. Gelet op voornoemde uitspraak moet een schuldeiser er in zo’n geval rekening mee houden dat een schuldenaar nog voldoende middelen voor levensonderhoud ter beschikking staan. Ook specifieke toeslagen dienen te worden vrijgelaten.
Bij vragen over dit artikel kunt u contact opnemen met Jos van den Mosselaar.