Het Besluit kleine herstellingen bepaalt, dat de kosten voor het wassen en schoonhouden van de ramen aan de binnen- en buitenzijde van de woning voor rekening van de huurder komen, voor zover deze ramen voor de huurder bereikbaar zijn.
De Huurcommissie heeft zich steeds op het standpunt gesteld, dat bij onbereikbare ramen de kosten voor een hoogwerker of gondelinstallatie voor rekening van de verhuurder komen, maar dat dit onverlet laat dat de kosten van de glasbewassing zelf aan de huurder kunnen worden doorberekend. De kantonrechters in ’s-Hertogenbosch en Maastricht verwierpen dit standpunt en oordeelden, dat ook de kosten van het wassen van de ramen zelf voor rekening van de verhuurder komen en dat elke afwijking van het Besluit kleine herstellingen op dit punt ongeoorloofd is.
Op 3 april 2012 heeft het Gerechtshof Amsterdam zich uitgelaten over dit onderdeel van het Besluit. Het hof gaat niet mee in de redenering, dat bij onbereikbare ramen alle kosten voor rekening van de verhuurder komen. Volgens het hof ligt het veel meer voor de hand om te veronderstellen, dat alleen de kosten die moeten worden gemaakt om het probleem van de bereikbaarheid op te lossen voor rekening van de verhuurder komen. Daarmee wordt bereikt, dat de kosten voor een huurder die te maken heeft met onbereikbare ramen op een gelijk niveau worden gebracht met de kosten voor de huurder die dergelijke ramen niet heeft gehuurd. Het argument van de huurder dat hij geen gebruik kan maken van het beschikbare hulpmiddel om de ramen te bereiken legt volgens het hof onvoldoende gewicht in de schaal om het Besluit op een andere manier uit te leggen.
Gerechtshof Amsterdam, 3 april 2012, LJN:BW1998
Nadere informatie over dit onderwerp kunt u inwinnen bij de heer mr. J.M.G.A. Sengers.