Bouwplannen roepen vaak weerstand op bij omwonenden. In het bijzonder als zij de verwachting hebben dat hun bezittingen door die plannen schade kunnen oplopen. Kan die verwachting aanleiding zijn om de bouwvergunning te weigeren?
De aanleiding
Een gemeente is van plan vrijstelling te verlenen van het geldende bestemmingsplan en een bouwvergunning te geven voor de aanleg van een bergbezinkbassin. Bij de bouw daarvan zal men gebruikmaken van damwanden, dit zijn tijdelijke voorzieningen die na afloop zullen worden verwijderd. Een omwonende verwacht zettingschade en maakt bezwaar. De gemeente verleent toch de vrijstelling en de bouwvergunning.
Het geschil
De omwonende gaat in beroep (en later in hoger beroep). Hij blijft vinden dat de gemeente noch vrijstelling noch een bouwvergunning mag verlenen.
De uitspraak
Bij beantwoording van de vraag of voor een bouwplan een bouwvergunning kan worden verleend, speelt de wijze waarop de bouwwerkzaamheden worden uitgevoerd geen rol. Aldus het oordeel van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als voor de werkzaamheden een vrijstelling van het bestemmingsplan vereist is, speelt eventuele schade wel een rol. Maar dat is alleen het geval als op voorhand vaststaat dat de uitvoering van de bouwwerkzaamheden onvermijdelijk leidt tot schade aan de omgeving. Mede omdat de damwanden met een trillingsvrije methode worden aangebracht, oordeelt de Afdeling Bestuursrechtspraak dat de gemeente gerechtigd was vrijstelling te verlenen.
Het gevolg
Als voor de realisering van een bouwplan uitsluitend een bouwvergunning nodig is, vormt mogelijke schade bij de bouw geen argument om de bouwvergunning te weigeren. Wanneer het bouwplan niet aan het bestemmingsplan voldoet, moet de bouwer vrijstelling van het plan aanvragen. Daarover neemt de gemeenteraad een projectbesluit, waarin onvermijdelijke schade aan omliggende panden meegenomen wordt.
Dit laat onverlet dat, ingeval van schade aan omliggende panden, de bouwer daarop uit hoofde van onrechtmatige daad kan worden aangesproken. Hij zal dan ook schade als gevolg van zijn activiteiten moeten vergoeden. Vaak worden daarom - voorafgaand aan de bouw - de omliggende panden opgenomen; dat voorkomt discussie in een later stadium.
ABRvS, 15 februari 2006, LJN: AV1809
Jos van den Mosselaar
Dit artikel is tevens gepubliceerd in Aedes-Magazine 9-10/2009.