Indien in de huurovereenkomst een vast maandelijks bedrag voor de levering van energie is overeengekomen, staat het de huurder dan vrij om naar believen gebruik te maken van gas, water en licht? Over deze vraag moest de kantonrechter Utrecht zich onlangs buigen.
Wat was het geval? Twee huurders betaalden per maand € 75,-- aan servicekosten voor de energielevering. De huurovereenkomst bood geen mogelijkheid tot naheffing wanneer de werkelijke energiekosten meer dan € 75,-- bedroegen. Bovendien was geen sprake van een voorschotbedrag. De huurders hadden door het gebruik van een straalkachel in de schuur en door het vullen van een groot zwembad met warm water de energierekening behoorlijk laten oplopen. De verhuurder sprak hen vervolgens aan tot betaling. De huurders weigerden te betalen, omdat de € 75,-- géén voorschotbedrag zou zijn én omdat blijkens de huurovereenkomst geen naheffing mogelijk was.
De kantonrechter overweegt dat het buitensporige energieverbruik niet getuigt van goed huurderschap. Het beroep van de huurders op het overeengekomen maandelijkse bedrag is in strijd met de redelijkheid en de billijkheid.
Kantonrechter Utrecht, 22 augustus 2012, LJN:BX6618
Christian Schellekes