Woningcorporaties mogen zich bij het toewijzen van woningen richten op één groep mensen van dezelfde afkomst, bijvoorbeeld Surinamers of Turkse Nederlanders. Dit onderscheid mag echter geen discriminerend oogmerk hebben en moet beantwoorden aan een werkelijke behoefte van die doelgroep. Dit strookt met artikel 2 lid 1 Wet voor Gelijke Behandeling. Corporaties moeten er wel voor oppassen dat ze niet doorschieten met dit beleid. Hanteer bijvoorbeeld als selectievoorwaarde affiniteit met een cultuur in plaats van afkomst. Zo wordt niemand uitgesloten en kiezen niet-geïnteresseerde kandidaat-bewoners er zelf voor om hun woongeluk elders te zoeken.
Marjolein Arends-Deurenberg