De Wet kenbaarheid energieprestatie gebouwen
Naar verwachting treedt op 1 januari 2013 de Wet kenbaarheid energieprestatie gebouwen in werking. Met dit wetsvoorstel beoogt de overheid een Europese richtlijn voor de kenbaarheid van energieprestaties van gebouwen te implementeren. Het wetsvoorstel brengt wijzigingen aan in een aantal wetten, waaronder de Woningwet. Wanneer het wetsvoorstel onveranderd zal worden ingevoerd, brengt dit een aanzienlijk risico met zich mee voor verhuurders.
Boete
In het wetsvoorstel is artikel 11d Woningwet opgenomen. Volgens dit artikel dient bij aanvang van een huurovereenkomst voor een gebouw een afschrift van een geldig energieprestatiecertificaat (EPC) te worden verstrekt. Wanneer door de verhuurder niet aan deze verplichting wordt voldaan, is de huurder tot het tijdstip waarop de verhuurder wel aan die verplichting voldoet 10% van de huurprijs niet verschuldigd. Dit geldt in beginsel voor alle geliberaliseerde huurwoningen en bedrijfsruimtes. Zeker voor de verhuur van bedrijfsruimte kan deze boete behoorlijk oplopen, aangezien er geen maximum aan de boete gesteld wordt in het wetsvoorstel.
Bijkomend probleem voor een verhuurder is dat een huurder conform het wetsvoorstel niet verplicht is direct melding te maken van het ontbreken van het EPC op het moment dat hij daarmee bekend wordt. De huurder mag stilzitten en hoeft pas melding te maken van het ontbreken van het EPC op het moment dat hij daadwerkelijk tot verrekening danwel terugvordering conform de boetebepaling overgaat. Op dat moment kan de boete aanzienlijk zijn opgelopen, zonder dat de verhuurder het in de gaten heeft gehad.
Praktische gevolgen
Het is voor verhuurders dan ook van groot belang ervoor te zorgen dat zij bij het aangaan van nieuwe huurovereenkomsten na 1 januari 2013 een EPC overhandigen aan de huurder. Het is ook verstandig de huurder voor ontvangst daarvan te laten tekenen teneinde een bewijsprobleem voor de verhuurder te voorkomen. De overhandiging van het EPC is namelijk bepalend voor het inroepen van de boete, niet het feit dat het gebouw een EPC heeft.
Daarnaast is het voor verhuurders, en zeker woningcorporaties, belangrijk na te gaan of er wellicht op dit moment al huurovereenkomsten zijn gesloten die pas na 1 januari 2013 aanvangen. Dit gebeurt vaak bij bijvoorbeeld multifunctionele (zorg)centra die nog in aanbouw zijn. Ook voor deze reeds ondertekende huurovereenkomsten lijkt op basis van het wetsvoorstel een EPC verplicht. Het moment van aanvang van de huurovereenkomst is namelijk doorslaggevend.
Conclusie
Verhuurders dienen zich voor te bereiden op de nieuwe wetgeving die naar verwachting vanaf 1 januari 2013 in zal gaan. Het verdient aanbeveling het overhandigen van het EPC - en voor ontvangst daarvan te laten tekenen door de huurder – op te nemen in de checklist bij het afsluiten van een huurovereenkomst. Verder is het van belang na te gaan of er wellicht reeds huurovereenkomsten zijn ondertekend die pas na 1 januari 2013 zullen aanvangen. Ook bij deze huurovereenkomsten dient het EPC te worden verstrekt teneinde verbeuring van de boete te voorkomen.
Voor meer informatie over dit artikel kunt u contact opnemen met Floris Mollema.