Geen aanpassing hoogte ontslagvergoeding vanwege de WNT

In de uitspraak van de kantonrechter Rotterdam van 7 augustus 2014 (gepubliceerd op 7 november 2014) kwam onder meer de vraag aan de orde of met een beroep op de WNT de hoogte van de ontslagvergoeding bijgesteld kon worden. De woningcorporatie had eerst de directeur-bestuurder als bestuurder ontslagen om vervolgens een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij de kantonrechter in te dienen.

De betreffende directeur-bestuurder was op 1 februari 2001 bij de woningcorporatie in dienst getreden. In zijn arbeidsovereenkomst was een bepaling opgenomen over een toe te kennen schadeloosstelling in het geval dat het ontslag niet uitsluitend of de voornaamste reden vond in handelingen of nalatigheid van de directeur-bestuurder. De hoogte van de vergoeding zou worden berekend volgens het uitgangspunt van de kantonrechtersformule. Een correctiefactor C was niet genoemd. Beide partijen verwijzen tijdens de procedure voor een toe te kennen vergoeding naar deze bepaling, waarbij de woningcorporatie van mening is dat de factor C naar beneden bijgesteld moet worden (lager dan C=1), terwijl de directeur-bestuurder een hogere factor dan de neutrale factor C=1 bepleit.

Daarnaast doet de woningcorporatie voor wat de hoogte van de vergoeding betreft een beroep op haar maatschappelijke verantwoordelijkheid tegen de achtergrond van de Wet Normering Topinkomens (WNT). In de WNT is de ontslagvergoeding begrensd op € 75.000,-- bij een voltijdse baan.


De kantonrechter stelt vast - ten aanzien van hetgeen beide partijen hebben aangevoerd - dat er sprake is van een vertrouwensbreuk zonder dat die in overwegende mate toe te rekenen is aan een gesteld disfunctioneren van de directeur-bestuurder. Aangezien partijen beiden verwezen hebben naar het artikel in de arbeidsovereenkomst over de ontslagvergoeding, concludeert de kantonrechter dat partijen het aan de kantonrechter overlaten om de hoogte van de factor C te bepalen.


De kantonrechter stelt deze factor op C=1,15 vast. Het beroep op de WNT door de woningcorporatie wijst de kantonrechter van de hand nu de voorziening over de ontslagvergoeding is overeengekomen voor de inwerkingtreding van de WNT. Deze overweging strookt met het bepaalde in artikel 7.3 lid 6 van de WNT, waarin is bepaald dat een dergelijk beding is toegestaan in afwijking de artikelen 2.10 en 3.7 van de WNT (max.€ 75.000,--) voor ten hoogste vier jaar na inwerkingtreding van de WNT.

Poppe Merkus

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten