Geen twijfel: VvE valt onder Warmtewet

Sommige Verenigingen van Eigenaren denken dat de Warmtewet niet op hen van toepassing is. Dit is wishful thinking. De wet en de toezichthouder zijn duidelijk, de VvE is warmteleverancier in de zin van de Warmtewet. Er zijn knelpunten tussen beide regelingen, maar die kunnen worden opgelost. Op grond van de Warmtewet moeten VvE’s hun warmtenet melden bij de toezichthouder. Doen zij dat niet, dan riskeren zij een forse boete.

In Nederland zijn meer dan 10.000 VvE’s. We nemen als voorbeeld een appartementencomplex met zelfstandige woningen en een collectieve gasgestookte verwarmingsinstallatie. De warmte wordt dan via leidingen naar de woningen toegebracht. Die leidingen en de bijbehorende installatie vormen een warmtenet in de zin van artikel 1 sub c van de Warmtewet. Wanneer er warmte aan de bewoners geleverd wordt is er dus ook een warmteleverancier. Die leverancier is de VvE. De VvE is immers degene die gas inkoopt en het onderhoud aan de installatie verzorgt.

De Warmtewet is een speciale wettelijke regeling, die net als de Elektriciteitswet en de Gaswet, de positie van de consument (“de verbruiker”), beschermt tegen de monopoliepositie van de (warmte)leverancier. De wet is per 1 januari 2014 van kracht en vormt een aanvulling op tal van bestaande wettelijke regelingen. Dat geldt niet alleen voor het appartementsrecht maar ook voor bijvoorbeeld het huurrecht. Zo maakte warmtelevering tot voor kort vaak deel uit van de huurovereenkomst en werden de kosten verrekend via de servicekosten.

Sinds 1 januari 2014 is de verhuurder ook warmteleverancier en bestaat er naast de huurovereenkomst ook een leveringsovereenkomst met de huurder/verbruiker. Bij de VvE’s is dat niet anders. De algemene wettelijke regeling voor de VvE, zoals die is opgenomen in boek 5 van het Burgerlijk Wetboek wordt aangevuld door de regeling in de Warmtewet. Het is duidelijk dat er bepaalde knelpunten zijn bij de toepassing van die wet op de VvE, zoals de compensatieregeling bij storingen en de geschillenregeling. Wanneer alle bewoners in het complex ook eigenaren zijn lijken die wettelijke bepalingen uit de Warmtewet misschien overbodig.

De praktijk is echter dat in grotere complexen vrijwel altijd ook huurders wonen. Zij hebben niet dezelfde rechten (en plichten) als de appartementseigenaar. Dit betekent dat deze huurders aanspraak kunnen maken op de volledige bescherming die de Warmtewet hun biedt. Daarbij mag het geen verschil maken of de leverancier een stadsverwarmingsbedrijf, een woningcorporatie of een VvE is.

De stelling dat de Warmtewet niet op de VvE van toepassing zou zijn is riskant. De instantie die belast is met het toezicht op de naleving van de Warmtewet, de Autoriteit Consument & Markt (ACM) huldigt, blijkens haar website, een ander standpunt. Ik zou VvE’s dan ook willen adviseren in ieder geval hun warmtenet te melden bij de ACM. Doen zij dit niet, dan lopen zij het risico door de ACM een boete opgelegd te krijgen die kan oplopen tot € 400.000,--. Met die sanctie is geen enkele VvE gediend.

Uiteraard zijn er in de praktijk een paar knelpunten bij de toepassing van de Warmtewet op VvE’s. Die knelpunten dienen naar mijn mening echter te worden opgelost. Brancheorganisaties zouden daarbij, tezamen met de ACM, een constructieve rol kunnen spelen.

Marco de Boer

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten