Gronden om de huur te beëindigen

Wat is de uitspraak?

Een woningcorporatie wil een bedrijfsruimte slopen en deels renoveren. Daarom zegt zij de huurovereenkomst op wegens dringend eigen gebruik. De huurder, een coffeeshopuitbater, stemt niet in met deze opzegging. Daarop begint de verhuurder een procedure tot beëindiging van de huurovereenkomst en ontruiming van de bedrijfsruimte. De kantonrechter wijst de vordering van de corporatie toe. De huurder gaat in hoger beroep.

Het gerechtshof vindt dat de huurovereenkomst moet eindigen. Daarbij spelen niet alleen de bedrijfseconomische en financiële belangen van de verhuurder een rol. Het hof hecht er ook belang aan dat de verhuurder zegt een volkshuisvestelijk belang te dienen met het beëindigen van de huurovereenkomst. De renovatie van de betreffende bedrijfsruimte is onderdeel van een herstructurering gericht op het leefbaar maken van een wijk. Een coffeeshop is om die reden niet wenselijk in de te realiseren nieuwbouw.

Wat zijn de praktische gevolgen?

Bij een opzegging wegens dringend eigen gebruik dient een verhuurder deze opzeggingsgrond te onderbouwen. Een renovatie die alleen mogelijk is door het beëindigen van een huurovereenkomst valt ook onder de opzeggingsgrond ‘dringend eigen gebruik’. In dat geval is het wel zaak de dringendheid van die renovatie aan te tonen. Deze uitspraak laat zien dat corporaties die dringendheid mede kunnen onderbouwen met een beroep op volkshuisvestelijke belangen. Natuurlijk spelen dit type belangen vaak een rol in de beslissing van een corporatie om een pand te renoveren of een wijk te herstructureren. Het biedt een corporatie dus meer mogelijkheden om een huurovereenkomst van een bedrijfsruimte te beëindigen en een renovatieproject in gang te zetten.

Gerechtshof Amsterdam, 13 juli 2010, LJN: BN8230

Floris Mollema

Dit artikel is tevens gepubliceerd in Aedes-Magazine 25-26/2011.

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten