De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel tot wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (wettelijke grondslag verschillende waardering energieprestaties huurwoningen) op 5 april 2011 als hamerstuk aanvaard. Het wetsvoorstel was eerder, op 8 maart 2011, al aangenomen door de Tweede Kamer. De voorgenomen wijziging van het woningwaarderingsstelsel houdt in dat de huidige waardering van verwarmingswijze en warmte-isolatie komt te vervallen (vermoedelijk per 1 juli 2011).
De wijziging heeft tot doel verhuurders te stimuleren de energieprestaties van hun woningen te verbeteren door investeringen op energiebesparing in hun woning te doen. In het huidige woningwaarderingsstelsel worden punten toegekend voor de aanwezigheid van specifieke voorzieningen in de woning. De energieprestatie, die het resultaat is van deze voorzieningen, wordt hiermee echter niet gewaardeerd. Vandaar dat hiervoor een aparte waardering wordt opgenomen. Woningen met een zeer slechte energieprestatie kunnen als gevolg van de nieuwe waardering een huurverlaging krijgen.
Voor lopende huurovereenkomsten waarbij de eigenaar geen energieprestatiecertificaat aan de huurder heeft verstrekt, en hiertoe ook niet verplicht was, vindt de waardering van de woning plaats op basis van bouwjaarklasse en is geen puntenverlaging aan de orde. Voor lopende huurovereenkomsten mét energielabel geldt het nieuwe stelsel. Er is echter sprake van een overgangstermijn: tot 1 januari 2014 kan in deze situaties geen sprake zijn van een huurverlaging, maar slechts van een huurbevriezing. Met dit overgangsrecht wordt tegemoet gekomen aan het belang van verhuurders om te kunnen anticiperen op de waardering van de energieprestaties in het woningwaarderingsstelsel.
Indien u vragen heeft over dit bericht, kunt u contact opnemen met mevrouw mr. T.J. de Groot.