De Hoge Raad heeft zich op 9 oktober jl. uitgesproken over de vraag of politie en justitie over een toereikende wettelijke bevoegdheid beschikken om tot ontruiming van een ge-kraakt pand over te gaan en daarbij inbreuk te maken op het “huisrecht” van een kraker. Het kraken van een pand dat korter dan één jaar voor de kraakdatum nog in gebruik was en het niet willen ontruimen hiervan, is op grond van artikel 429sexies van het Wetboek van Strafrecht strafbaar. Het levert de strafrechtelijke bevoegdheid op om krakers te arresteren, maar een ontruimingsbevoegdheid vloeit hier niet expliciet uit voort. Van belang is dat een ontruiming inbreuk kan maken op het “huisrecht” van een kraker, dat wil zeggen dat het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner (kan ook een kraker zijn) alleen geoorloofd is in die gevallen waarin de wet dat bepaalt.
De Hoge Raad heeft dan ook geoordeeld dat nu een wettelijke basis voor een strafrechtelijke ontruiming ontbreekt, en ook niet voortvloeit uit artikel 429sexies Wetboek van Strafrecht en artikel 2 Politiewet, een kraker niet op strafrechtelijke gronden ontruimd kan worden als daarbij inbreuk wordt ge-maakt op zijn “huisrecht”. Dit staat overigens los van de bevoegdheid van de eigenaar van het pand om te trachten via een civiele procedure tot ontruiming te komen.
Voor vragen over deze uitspraak kunt u contact opnemen met mevrouw mr. J.M.P. Vervest.