Wat is de uitspraak?
Een woningcorporatie verhuurt appartementen in een gebouw dat ook koopappartementen bevat. Eén van de huurders hangt een schotelantenne op. De huurovereenkomst heeft geen specifiek schotelantenne-verbod. Het huishoudelijk reglement van de Vereniging van Eigenaren (VvE) heeft dat wel. Dit reglement verbiedt plaatsing van schotelantennes op of aan het gebouw. De woningcorporatie start een gerechtelijke procedure om de schotelantenne te verwijderen en beroept zich op de bepaling uit het huishoudelijk reglement van de VvE. De corporatie stelt dat zij als mede-eigenaar van het complex moet voldoen aan de regels van de VvE. De rechter moet beoordelen of dit huishoudelijk reglement ook voor huurders geldt. Het gerechtshof vindt van wel. In het Burgerlijk Wetboek staat namelijk dat voorschriften van ‘het reglement’ over het gebruik, beheer en onderhoud van het pand ook van toepassing zijn op de gebruiker, zoals een huurder. Hier wordt met het reglement het splitsingsreglement bedoeld. De Hoge Raad gaat vervolgens een stap verder dan het gerechtshof en maakt een strikt onderscheid tussen het splitsingsreglement en het huishoudelijk reglement. Dat laatste is niet zonder meer ook van toepassing op de huurder, aldus de Hoge Raad.
Wat zijn de praktische gevolgen?
Huurders zijn zelf geen lid van de VvE. De corporatie wel, als eigenaar van de verhuurde appartementen. Alle eigenaren moeten zich houden aan het splitsingsreglement van de VvE en de (huishoudelijke) reglementen die hieruit voortvloeien. In een huishoudelijk reglement staan vaak voorschriften over het gebruik van het gebouw, bijvoorbeeld over vuilnisafvoer, gebruik van gemeenschappelijke ruimten en het voorkomen van overlast. Wil een corporatie dat een huishoudelijk reglement ook geldt voor de huurder, dan is het verstandig dit in de huurovereenkomst op te nemen.
Hoge Raad, 10 februari 2012, LJN: BU8174
Tanja de Groot
Dit artikel is tevens gepubliceerd in Aedes-Magazine 3/2012.