Recentelijk is de jaarlijkse circulaire verschenen, waarin het huurprijsbeleid is vastgelegd. In de MG 2014-01 is het huurprijsbeleid voor de periode 1 juli 2014 tot en met 30 juni 2015 vastgelegd.
Beleid
De inflatie in 2013 bedraagt 2,5 %. Als gevolg daarvan bedraagt het basishuurverhogingspercentage voor alle zelfstandige woningen per 1 juli 2014 4 % (inflatie plus 1,5%). Voor huishoudens met een inkomen boven € 34.085,00 is een hogere huurverhoging toegestaan. In geval het inkomen van het huishouden meer bedraagt dan € 34.085,00 maar niet meer dan € 43.602,00 is een huurverhoging toegestaan van 4,5 % (inflatie plus 2 %). In geval het inkomen van het huishouden meer bedraagt dan € 43.602,00 is een huurverhoging toegestaan van 6,5 % (inflatie plus 4 %). Voor de berekening van het huurverhogingspercentage is bepalend het inkomen van het huishouden over het kalenderjaar 2012. Voor onzelfstandige woningen (kamers), woonwagens en woonwagenstandplaatsen, geldt per 1 juli 2014 een huurverhoging van 4 % (inflatie plus 1,5%). De inkomensafhankelijke huurverhoging is niet van toepassing op geliberaliseerde huurovereenkomsten. Nu het basishuurverhogingspercentage 4 is, bedraagt de maximale huursomstijging voor woningcorporaties (artikel 15a BBSH) per 30 juni 2014 eveneens 4 %.
Inkomensafhankelijke huurverhoging
Wil een verhuurder een inkomensafhankelijke huurverhoging kunnen doorvoeren, dan dient hij bij zijn voorstel een door de Belastingdienst afgegeven inkomensverklaring te voegen. De aanvraagprocedure voor afgifte van inkomensverklaringen door de Belastingdienst is anders dan in 2013. Een en ander als gevolg van een klacht van de Woonbond bij het College bescherming persoonsgegevens. Verhuurders die een inkomensafhankelijke huurverhoging willen doorvoeren dienen daartoe in de periode 3 februari 2014 tot 1 maart 2014 een account c.q. inlogcode aan te vragen op het webportaal www.inkomensafhankelijkehuurverhoging.nl. Op 1 maart 2014 sluit dit webportaal. De Belastingdienst gaat nadien een bestand opbouwen van de woningen van de verhuurders die in voornoemde periode accounts/inlogcodes hebben aangevraagd. Verhuurders die een account/inlogcode hebben aangevraagd kunnen vanaf 17 maart 2014 de inkomensverklaringen voor hun sociale huurwoningen opvragen. Huurders van wie een inkomensverklaring is aangevraagd ontvangen daarvan bericht van de Belastingdienst.
De Belastingdienst zal in 2014 strenger toezien op oneigenlijk gebruik van het webportaal door verhuurders. In 2013 is gebleken dat verhuurders (ook) inkomensverklaringen opvroegen voor woningen waarvoor zij geen inkomensafhankelijke huurverhoging konden voorstellen, doordat die woningen geliberaliseerd verhuurd waren dan wel de huurder al bijna de maximale redelijke huurprijs betaalde. Bij geconstateerd structureel oneigenlijk gebruik (niet bij een enkele vergissing) zal de Belastingdienst de verhuurder uitsluiten van verder gebruik van het webportaal.
Ook dit jaar geldt voor bepaalde aangewezen groepen van gehandicapten en chronisch zieken een bezwaarmogelijkheid tegen de inkomensafhankelijke huurverhoging. Nu die verhoging bedoeld is om de doorstroming te bevorderen en juist deze groep vaak niet kan verhuizen, wordt een inkomensafhankelijke verhoging voor hen niet gerechtvaardigd geacht.
Huurverlaging
Huishoudens die eerder een inkomensafhankelijke huurverhoging hebben gekregen kunnen die thans ook (deels) ongedaan maken, in geval zij met een inkomensdaling geconfronteerd worden. Zij hebben recht op huurverlaging tot het niveau dat de huurprijs zou hebben bedragen als het huishoudinkomen steeds in die lage categorie zou zijn gevallen. Het gaat daarbij om maximaal 2 inkomensafhankelijke huurverhogingen. De huurder kan daartoe een voorstel tot huurverlaging doen volgens de in de wet geregelde procedure met in achtneming van een termijn van twee maanden. Daling van het huishoudinkomen kan een gevolg zijn door een inkomensdaling van een gelijkblijvend huishouden dan wel door een wijziging van de samenstelling daarvan. Als een huurder een voorstel tot huurverlaging doet dient hij in alle gevallen zijn voorstel te onderbouwen. Een inkomensverlaging dient de huurder te onderbouwen door overlegging van een zgn. IB-60 formulier (een door de Belastingdienst afgegeven inkomensverklaring), met opgave van het inkomen van de overgebleven bewoner(s) in het kalenderjaar voorafgaande aan het huurverhogingsvoorstel. Een wijziging van het huishouden dient de huurder aan te tonen door overlegging van een uittreksel uit het GBA, waaruit blijkt hoeveel bewoners thans op dat adres staan ingeschreven.
Indien u vragen heeft over dit artikel of de circulaire kunt u contact opnemen met Jos van den Mosselaar.