Ingangsdatum nieuwe huurprijs bij bedrijfsruimte: hoofdregel versus uitzondering

Bij middenstandsbedrijfsruimte is huurprijsvaststelling mogelijk na afloop van de overeengekomen termijn als sprake is van een huurovereenkomst voor bepaalde tijd. Als een overeenkomst voor onbepaalde tijd duurt mag dit -kort gezegd- telkens nadat vijf jaar zijn verstreken waarop de laatste huurprijsvaststelling is ingegaan. Komen partijen er onderling niet uit, dan hebben zij de mogelijkheid om de huurprijs door de rechter nader vast te laten stellen. Het moment van indienen van de vordering is dan de ingangsdatum van de nieuwe huurprijs.

In de wet wordt echter de eis gesteld dat een verzoek tot nadere huurprijsvaststelling alleen door de rechter wordt behandeld als dit vergezeld gaat van een advies van een door partijen gezamenlijk benoemde deskundige. Het komt in de praktijk vaak voor dat partijen het niet eens worden over de te benoemen deskundige. In dat geval benoemt de rechter een deskundige. De datum van het indienen van het verzoekschrift geldt als de dag waarop de vordering tot nadere vaststelling van de huurprijs is ingesteld. Op die manier wordt de ingangsdatum van de nieuwe huurprijs dus gefixeerd. Indien er sprake is van bijzondere omstandigheden kan de kantonrechter een andere ingangsdatum vaststellen.

In een procedure die onlangs speelde bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch oordeelde de kantonrechter in eerste aanleg dat er bijzondere omstandigheden waren om een latere ingangsdatum te bepalen: de deplorabele staat van onderhoud gaf volgens de kantonrechter reden tot een latere ingangsdatum (van bijna vijf jaar later!) van de nieuwe huurprijs. Hier was de verhuurder het niet mee eens en ging in hoger beroep.
Het Hof houdt vast aan de hoofdregel: de datum van het indienen van het verzoekschrift. Het Hof overweegt dat de uitzondering enkel is opgenomen vanwege de redelijkheid en billijkheid en dat uitzonderingen niet snel moeten worden aangenomen. Een huurder kan immers ook een vordering tot huurprijsvermindering indienen of de verhuurder sommeren zijn onderhoudsverplichtingen na te komen. De verhuurder kreeg dus gelijk van het Hof.

Heeft u vragen over huurprijsvaststelling bij bedrijfsruimte, dan kunt u contact opnemen met Jeannette Klaarenbeek.

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten