De huurwetgeving (artikel 222) verplicht een huurder bij ontdekking van een gebrek dit direct aan de verhuurder te melden: de kikplicht. Doet hij dat niet, dan zal de huurder de schade die de verhuurder daardoor lijdt, moeten vergoeden. Hoe te oordelen als de huurder nalaat het gebrek tijdig te melden maar zèlf door dat gebrek schade ondervindt?
De aanleiding
Bij het betrekken van een woning constateert de huurster dat in de woonkamer een drempel losligt. Zij vergeet dit aan de verhuurder te melden. Na twee maanden struikelt huurster ´s nachts over die drempel en loopt daarbij letsel op, waar schade uit voortvloeit. De huurster spreekt de verhuurder aan, maar die weigert de schade te vergoeden. De huurster stapt daarop naar de kantonrechter.
Het geschil
De huurster stelt dat het gebrek al aanwezig was bij aanvang van de huurovereenkomst en dat daardoor de verhuurder aansprakelijk is. De verhuurder stelt echter dat de huurster volledig eigen schuld heeft. Zij kende immers het gebrek, heeft het niet verholpen en het evenmin aan de verhuurder gemeld.
De uitspraak
Na het horen van getuigen stelt de rechter vast dat de loszittende drempel inderdaad al aanwezig was bij aanvang van de huurovereenkomst en dat de schade door de val over de drempel is veroorzaakt. Als gevolg daarvan concludeert de rechter dat de verhuurder de woning met een gebrek heeft opgeleverd. Daarvan kan de verhuurder een verwijt worden gemaakt. Aan de andere kant had van de huurster verwacht mogen worden dat zij het gebrek tijdig had gemeld, of zelf provisorisch had gerepareerd. Het verwijt dat de huurster treft, acht de rechter groter dan het verwijt dat aan verhuurder gemaakt kan worden. De rechter concludeert dat de huurster 75 procent van de door haar geleden schade voor eigen rekening moet nemen.
Het gevolg
Deze uitspraak benadrukt dat de verhuurder het risico van eventuele (over het hoofd geziene) gebreken bij aanvang van de huurovereenkomst, niet zo maar op de huurder kan afwentelen. Dit risico kan beperkt worden door de huurder nadrukkelijk op zijn kikplicht te wijzen. In deze zaak is eerder een tussenvonnis gewezen waarbij de kantonrechter aan de huurder opdroeg zijn standpunt via getuigen te bewijzen (zie Gewikt en Gewogen in Aedes- Magazine 3/2 2008).
Kantonrechter Rotterdam, 13 mei 2008, WR 2008/101
Hein Jan ter Meulen
Dit artikel is tevens gepubliceerd in Aedes-Magazine 3/2009.