Als sprake is van een huurachterstand gaat de verhuurder vaak over tot het vorderen van ontruiming van het gehuurde. Als een vonnis wordt verkregen, kan de verhuurder dit ten uitvoer leggen. In een uitspraak van de Voorzieningenrechter Rotterdam van 20 augustus 2012 (LJN BX5563) stond de vraag centraal of de verhuurder –op basis van het eerder verkregen (verstek)vonnis- wel mocht ontruimen. De huurder was door de verhuurder immers niet aangemeld bij het Meldpunt Preventie Huisuitzettingen, hetgeen de verhuurder op grond van een convenant wel had moeten doen. Volgens de rechter kan niet worden uitgesloten dat als de huurder tijdig bij het Meldpunt Preventie Huisuitzettingen was aangemeld, de huurder zich eerder bewust was geworden van de ernst van de huurachterstand en de mogelijke gevolgen daarvan. Deze onzekerheid komt volgens de Voorzieningenrechter voor rekening en risico van de verhuurder. De verhuurder mocht dan ook –gedurende de looptijd van de verzetprocedure- niet ontruimen. Mocht het verweer van de huurder in de verzetprocedure niet slagen en het verstekvonnis dus in stand blijven, dan zou de verhuurder alsnog kunnen ontruimen.
Overigens koppelde de Voorzieningenrechter aan het verbod tot ontruiming wel de voorwaarde dat de huurder een aanmerkelijk deel van de huurachterstand binnen twee dagen na het vonnis zou voldoen alsmede de lopende huurtermijnen gedurende de verzetprocedure.
Voor meer informatie over dit artikel kunt u contact opnemen met Jeannette Klaarenbeek-Heijster.