De wetomschrijft een gebrek aan het gehuurde als volgt: “Een gebrek is eenstaat of eigenschap van de zaak of een andere niet aan de huurder toe terekenen omstandigheid, waardoor de zaak aan de huurder niet het genot kan verschaffendat een huurder bij het aangaan van de overeenkomst mag verwachten van een goedonderhouden zaak van de soort als waarop de overeenkomst betrekking heeft.”
Opwarming woning een gebrek?
Van doorslaggevende betekenis is dus wat een huurder mag verwachten. Mag een huurder verwachten dat een appartement met veel glas en gelegen op het zuiden altijd lekker koel blijft? Nee, zo oordeelde het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch onlangs.
De huurder stelde dat de opwarming van zijn appartement een gebrek vormde, waardoor hij aanspraak maakte op huurvermindering tot het moment dat het gebrek zou zijn verholpen. De huurder vond bij de kantonrechter nog een luisterend oor: deze wees in zijn vonnis de vordering toe.
Het gerechtshof zet door dat vonnis een streep. Het gerechtshof heeft enkele zaken verduidelijkt in zijn arrest. De belangrijkste conclusies zijn dat een huurder redelijkerwijs niet meer mag verwachten dan dat de maximum binnentemperatuur de maximum buitentemperatuur niet overstijgt. En dat van een huurder mag worden verwacht dat hij warmte-werende maatregelen (zoals luxaflex) neemt en dat hij de woning (op natuurlijke wijze) ventileert.
Mocht u vragen hebben over (vermeende) gebreken aan een woning, neemt u dan contact op met Christian Schellekens.
Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 21 juni 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:2483
[1] Dit geldt uiteraard niet indien de woning over een airco-installatie o.i.d. beschikt. Dat was in deze zaak echter niet het geval.