Op 1 juli 2011 is het Energieprestatiecertificaat onderdeel gaan uitmaken van de woningwaardering van zelfstandige woonruimte. Vanaf die datum worden energielabels in het WWS gewaardeerd, waarbij eengezinswoningen maximaal 44 punten krijgen (energielabel A++) en meergezinswoningen maximaal 40 punten (energielabel A++). Bij de introductie van het energielabel zijn de waarderingspunten voor isolatie en verwarming (deels) vervallen. Dat leidde voor een aantal woningen tot een lagere waardering. Voor bepaalde huurovereenkomsten heeft de wetgever toen een overgangsregeling getroffen.
Introductie energielabel
Het Besluit energieprestatie gebouwen verplicht een verhuurder vanaf 1 januari 2008 bij de verhuur van een woning aan de huurder een afschrift van het EPC te verstrekken. Vanaf 1 juli 2011 is het daaraan gekoppelde energielabel onderdeel gaan uitmaken van het WWS. De introductie bracht met zich dat minder goed geïsoleerde woningen een lagere waardering kregen, waardoor de maximaal redelijke huurprijs daalde. Teneinde verhuurders daartegen te beschermen heeft de wetgever een overgangsregeling getroffen, in geval de huurovereenkomst dateerde van vóór 1 januari 2008. Voor deze huurovereenkomsten bleef het oude WWS van toepassing, waardoor de maximaal redelijke huurprijs voor deze woningen ongewijzigd bleef. De overgangsperiode bood verhuurders de mogelijkheid energiebesparende maatregelen aan hun woningen te treffen, waardoor zij huurprijsverlaging zouden kunnen voorkomen.
Beëindiging overgangsregeling
De overgangsregeling is echter per 1 januari 2014 geëindigd. Vanaf die datum geldt bij de bepaling van de woningwaardering voor alle zelfstandige woningen het energielabel. Is er geen EPC beschikbaar (en is dus het label niet bekend) dan wordt de energieprestatie bepaald aan de hand van het bouwjaar. Daartoe is in het Besluit huurprijzen woonruimte (bijlage 1 bij het BHW) een tabel opgenomen. Woningen gebouwd in 1976 (of eerder) krijgen in die tabel 0 punten; woningen uit 2002 (of later) maximaal 36 punten (EGW) of 32 punten (MGW). Het ontbreken van een label heeft dus tot gevolg dat in een woning aangebrachte energiebesparende maatregelen niet in de waardering worden meegenomen.
Nu de overgangsregeling is geëindigd en het nieuwe WWS voor alle huurovereenkomsten van kracht is, kunnen huurders aanspraak maken op huurprijsverlaging, indien de thans door hen betaalde huurprijs uitgaat boven de maximale redelijke huurprijs. Aan huurders van woningen van wie de huurovereenkomst is aangegaan voor 1 januari 2008 behoefde eerder nog geen EPC te worden uitgereikt. Het is voor verhuurders, die in het verleden energiebesparende maatregelen hebben getroffen, echter wel bijzonder raadzaam om spoedig een EPC aan te vragen. Zij kunnen dat certificaat dan – op eerste verzoek – aan de huurder verstrekken. Daarmee kunnen wellicht onnodige procedures voorkomen worden.
Jos van den Mosselaar