Verhuurders worden de laatste tijd steeds vaker geconfronteerd met prostitutie in door hen verhuurde woningen. Volgens de politie is deze verschuiving het gevolg van strengere controles in bordelen, privéclubs en bij raamprostitutie. Inmiddels richten acties van de politie zich ook steeds meer op de ‘thuisprostitutie’.
Een huurder die zijn woning gebruikt of laat gebruiken ten behoeve van de prostitutie handelt in strijd met zijn wettelijke (en vaak ook contractuele) verplichtingen om zich als goed huurder te gedragen en om de woning conform de woonbestemming te gebruiken. Dat tekortschieten geeft de verhuurder het recht om ontbinding van de huurovereenkomst te vorderen. Uit de (toenemende) rechtspraak op dit punt blijkt dat een gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst wegens prostitutie doorgaans wordt toegewezen. Afhankelijk van de omstandigheden is ook al meermaals een vordering tot ontruiming in kort geding toegewezen.
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Paul Roks.