Dat kantonrechters ook aansluiting zoeken bij de criteria van het Ontslagbesluit bij een ontslag wegens reorganisatie is niet nieuw. Onlangs schreef mijn collega Poppe Merkus hier nog over naar aanleiding van een uitspraak van de kantonrechter te Haarlem. Recent bevestigde de kantonrechter te Delft dat er in geval van een ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een reorganisatie, op grond van artikel 7:685 BW, er tevens beoordeeld wordt of aan de daarvoor geldende wettelijke voorschriften wordt voldaan.
In deze zaak ging het om ontslag van in totaal 23 werknemers bij een verhuisbedrijf. De werkgever had een nieuw functiegebouw ontworpen waarin alleen de functie van allround verhuizer terugkwam. Alle werknemers konden solliciteren op deze nieuwe functie. De medewerker in kwestie was projectverhuizer en was daarnaast regelmatig werkzaam als loods- en archiefmedewerker. Hij kon beperkt tillen, mede als gevolg van overgewicht, maar was wel volledig arbeidsgeschikt. De werknemer werd niet aangenomen voor de nieuwe functie omdat hij, volgens de werkgever, niet voldeed aan de nieuwe functie-eisen.
De kantonrechter wees het ontbindingsverzoek af. Hij meende dat er vanwege het collectief ontslag aansluiting bij het Ontslagbesluit gezocht moet worden. Met betrekking tot de kwaliteitsselectie stelde de kantonrechter dat de werkgever weliswaar de vrijheid heeft om zijn onderneming naar eigen goeddunken in te richten, maar dat die vrijheid niet zo ver gaat dat daarmee in strijd met de wettelijke voorschriften voor collectief ontslag mag worden gehandeld. Het reorganisatie ontslag mag ook niet aangegrepen worden om een kwaliteitsselectie onder de werknemers te hanteren - zoals bij een sollicitatieprocedure voor alle werknemers -, waardoor het niet is uit te sluiten dat de werkgever vooral de hem minst welgevallige werknemers voor ontslag selecteert. De kantonrechter meende verder dat op zijn minst niet de schijn werd vermeden dat de werkgever het dienstverband wilde beëindigen vanwege een verhoogd risico op ziekteverzuim gelet op de gezondheidssituatie van de werknemer.
De, ook bij woningcorporaties, regelmatig gehanteerde ‘stoelendansmethode’ als kwaliteitsselectiemethode blijft riskant. Het selecteren op kwaliteit bij reorganisatie en (gedwongen) ontslag is nog steeds in strijd met de Beleidsregels Ontslagtaak UWV (BOU), en ook rechters kijken kritisch of die kwaliteitsselectie niet (vooral) de ‘zwakkere’ werknemer treft. Heeft een voorgedragen ontbindingsverzoek daarvan de schijn, dan loopt de werkgever het risico dat het verzoek wordt afgewezen.
Gabriëlle Gijsberts
Uitspraak: Kantonrechter Delft d.d. 23 mei 2013, JAR 2013/617