Status NEN-normen in de bouwregelgeving

Het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) in Delft legt voor tal van zaken Nederlandse normen vast. Veel van deze NEN-normen stellen niet zozeer eisen als wel beogen zij het standaardiseren van reken-, meet,- en regelmethoden. De normen komen op vrijwillige basis tot stand door het bereiken van overeenstemming tussen belanghebbende partijen. De normen kunnen betrekking hebben op gebruiksvoorwerpen, maar ook op bouwmateriaal of een bouwconstructie. De NEN-normstaat voor NEderlandse Norm. De NEN-normen kan men bij het NNI inzien en kunnen tegen betaling worden verkregen. Het auteursrecht van de NEN-normen berust bij het NNI.

Artikel 2 van de Woningwet bepaalt dat bij algemene maatregel van bestuur voorschriften kunnen worden gegeven over het bouwen van onder meer woningen, terwijl op grond van artikel 3 van de Woningwet verwezen kan worden naar normen of delen van normen. Volgens de definitie in de Woningwet is een norm een door een onafhankelijk instituut uitgegeven document, waarin vermeld is aan welke eisen bouwmateriaal of een bouwconstructie moet voldoen.

Voor de bouw zijn de voorschriften waar artikel 2 van de Woningwet op doelt, vastgelegd in het Bouwbesluit 2003 en de hierop gebaseerde Regeling Bouwbesluit 2003. Het Bouwbesluit en de Regeling verwijzen op een groot aantal plaatsen naar NEN-normen. Deze NEN-normen worden door de Staat niet bekend gemaakt in bijvoorbeeld het Staatsblad of de Staatscourant. De vraag is of NEN normen algemeen verbindend zijn, nu de Grondwet bepaalt dat voorschriften in een algemene maatregel van bestuur niet in werking treden voordat deze door de Staat bekend zijn gemaakt in het Staatsblad of de Staatscourant. Hierover hebben de rechtbank en het gerechtshof in Den Haag onlangs uitspraak gedaan.

Zijn NEN-normen algemeen verbindend?

Een bouwadviesbureau spant een zaak aan tegen de Staat en het NNI. Het bouwadviesbureau verzoekt de rechter om voor recht te verklaren dat de NEN-normen waar het Bouwbesluit en de Regeling naar verwijzen niet verbindend zijn. Het bouwadviesbureau voert aan dat het hier algemeen verbindende voorschriften betreffen die de Staat niet volgens de Bekendmakingswet bekend heeft gemaakt. Verder verzoekt het bouwadviesbureau de rechter om voor recht te verklaren dat de NEN-normen geen deel uitmaken van het Bouwbesluit en de Regeling en niet algemeen verbindend zijn.

In haar uitspraak van 31 december 2008 stelt de rechtbank het bouwadviesbureau in het gelijk. De rechtbank oordeelt dat door en na verwijzing van de NEN-normen in het Bouwbesluit en de Regeling, deze normen een algemeen verbindend karakter hebben gekregen en de eisen in deze normen als het ware in de bepalingen van het Bouwbesluit en de Regeling zijn opgenomen. Het gevolg is dat deze normen de strekking hebben om een ieder te binden. Aangezien dit laatste met de NEN-normen niet is gebeurd, zijn de NEN-normen, waar het Bouwbesluit en de Regeling naar verwijzen, niet in werking getreden en niet verbindend, aldus de rechtbank.

Deze uitspraak zorgde in de praktijk voor de nodige ophef, nu het van toepassing verklaren van het Bouwbesluit en de Regeling op een aan te nemen werk, gelet op deze uitspraak nog niet betekent dat de aannemer daarmee aan de hierin vermelde NEN-normen moet voldoen.


Tegen deze uitspraak gaan de Staat (en het NNI) in beroep. Het Gerechtshof Den Haag heeft op 17 november 2010 in deze zaak uitspraak gedaan. Anders dan de rechtbank is het gerechtshof van oordeel dat NEN-normen door verwijzing in bouwregelgeving nog geen algemeen verbindende voorschriften worden. In haar overwegingen voert het gerechtshof daartoe onder meer het navolgende aan.

Het feit dat in de bouwregelgeving verwezen wordt naar NEN-normen, betekent daarmee nog niet dat deze NEN-normen ook de status krijgen van een algemeen verbindend voorschrift, temeer de NEN-normen niet zijn vastgesteld op grond van een regelgevende bevoegdheid. Het NNI heeft deze bevoegdheid namelijk niet. De NEN-normen berusten op private afspraken tussen vertegenwoordigers in de bouwsector die belang hebben bij een door ieder te gebruiken standaard. Ook speelt mee dat de NEN-normen veelal geen eisen stellen, maar slechts rekenmethoden bevatten. De NEN-normen zijn verder voldoende kenbaar nu deze kunnen worden ingezien bij het NNI en tegen betaling bij het NNI verkrijgbaar zijn.

Het gerechtshof oordeelt in tegenstelling tot de rechtbank dat de NEN-normen in de bouwregelgeving (het Bouwbesluit en de Regeling) algemeen geldend zijn en niet bekend behoeven te worden gemaakt overeenkomstig de Bekendmakingswet. Wel kan uiteraard tegen deze uitspraak nog in cassatie worden gegaan bij de Hoge Raad, doch vooralsnog is de situatie thans weer duidelijk.

Poppe Merkus

Dit artikel is verschenen in Recht in Huis. Recht in Huis is de nieuwsbrief die VBTM Advocaten 4 maal per jaar uitgeeft voor bestaande en toekomstige cliënten. Door deze nieuwsbrief wordt u op de hoogte gehouden van de relevante ontwikkelingen op de rechtsgebieden waarmee woningcorporaties en andere vastgoedbeheerders het meest te maken hebben. U kunt zich voor de Recht in Huis aanmelden door een e-mail te sturen naar hier inzien.

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten