Uitbreiding personele reikwijdte Wet Normering Topinkomens (WNT-3)

Momenteel is de WNT alleen van toepassing op medewerkers in de (semi)publieke sector die onder de definitie topfunctionaris vallen. De maximale bezoldiging voor hen is gelijk aan het ministerssalaris (€ 179.000,-- bruto in 2016). Topfunctionarissen in dienst getreden vóór 1 januari 2013, de datum van inwerkingtreding van de WNT, kennen een overgangs- en afbouwregeling. Daarnaast kan de minister die het aangaat voor bepaalde sectoren een andere maximale bezoldiging van toepassing verklaren. Deze regeling geldt onder meer voor de sector woningbouw. Minister Blok heeft een regeling afgekondigd die verschillende bezoldigingsklassen kent, afhankelijk van de grootte van de woningcorporatie en de omvang van de gemeente waar het grootste deel van de woningen van de woningcorporatie is gelegen, de zgn. staffel.

wet-normering-topinkomens.jpg

Het regeerakkoord bepaalt dat uiteindelijk voor alle werknemers in de (semi)publieke sector dient te gelden dat zij niet meer dan een minister mogen verdienen. Uitgezonderd hiervan zijn enkele groepen (o.a. luchtverkeerleiders). Minister Plasterk heeft maandag 11 april jl. een concept wetsvoorstel voor internetconsultatie gepubliceerd, waarin dit vastgelegd is. Op dit concept kunnen sociale partners, burgers, bedrijven en instellingen tot 17 mei 2016 reageren. Het is de bedoeling dat het wetsvoorstel na de zomer bij de Tweede Kamer ingediend zal worden.

De opzet van de WNT-3 is grotendeels gelijk aan de huidige WNT, waarbij de groep personen die onder de WNT-3 valt uitgebreid wordt met de werknemers en gewezen werknemers. Toch kent het wetsvoorstel ook enkele verschillen tussen de rechtspositie van de topfunctionaris en de werknemer. De hoogte van de maximale bezoldiging van de werknemer is uitsluitend gebonden aan het wettelijk bezoldigingsmaximum van de WNT. Dit betekent dat de bezoldiging van werknemers van woningcorporaties (en enkele andere sectoren) niet onder de staffel valt.

De huidige WNT kent voor de hoogte van de overeen te komen ontslagvergoeding een maximum (bij een fulltime dienstverband thans € 76.000,-- bruto). Opgemerkt moet worden dat als de rechter een hogere vergoeding toekent deze vergoeding buiten deze normering valt. De huidige transitievergoeding bedraagt maximaal € 76.000,-- bruto, tenzij het jaarsalaris meer bedraagt. In dat geval is de transitievergoeding gelijk aan het jaarsalaris. Het jaarsalaris van de meeste topfunctionarissen valt meestal hoger uit dan € 76.000,-- bruto.

De WNT-3 kent deze normering niet voor werknemers. Daarnaast bevat de WNT-3 voor de werknemers, anders dan voor topfunctionarissen, geen verbod op variabele beloningen. Een dergelijk verbod zou namelijk betekenen dat geen enkele werknemer bij een instelling die valt onder de WNT, nog een variabele beloning mag ontvangen. Volgens de minister leidt dit tot een zeer grote inbreuk op de arbeidsvoorwaardenvorming van een zeer grote groep werknemers en draagt een dergelijk verbod niet bij aan de doelstelling van de WNT. Daarnaast is een variabele beloning vaak opgenomen in een CAO, waardoor een algemeen verbod op gespannen voet kan komen te staan met internationale verdragen. Wel zal de variabele beloning tot de bezoldiging worden gerekend.

Wel kent de WNT-3 voor de werknemers, waarvan de huidige bezoldiging hoger is dan het bezoldigingsmaximum van de WNT eveneens een overgangsregeling van vier jaar en een afbouwregeling van drie jaar.

Voor vragen en/of meer informatie kunt u contact opnemen met mr. Poppe Merkus.

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten