De Hoge Raad heeft op 6 juni 2014 bevestigd dat een corporatie bij het berekenen van de pro-rata-verdeelsleutel voor de BTW niet de omzet uit verkoop van bestaande huurwoningen hoeft mee te rekenen. Voor corporaties (en andere verhuurders die ‘gemengde’ activiteiten verrichten) kan deze uitspraak een gunstig financieel effect hebben.
Het komt nogal eens voor dat bijvoorbeeld een corporatie goederen en diensten inkoopt die zowel voor BTW-vrijgestelde als BTW-belaste doeleinden (dus ‘gemengd’) worden gebruikt. De BTW op die ‘gemengd gebruikte’ goederen en diensten kan gedeeltelijk in aftrek worden gebracht, op basis van de verhouding “omzet belaste prestaties (exclusief BTW) : omzet totale prestaties (exclusief BTW)”. De aftrek volgens deze verhouding wordt wel pro-rata-regeling genoemd.
Als bijvoorbeeld de omzet uit belaste prestaties € 40.000.000 bedraagt, en de totale omzet € 100.000.000 bedraagt, kan 4/10e (40.000.000 : 100.000.000) – dus 40% - van de BTW op ‘gemengd’ gebruikte goederen in aftrek worden gebracht. Van een factuur van bijvoorbeeld € 100.000 + € 21.000 BTW kan dan dus 40% van € 21.000 = € 8.400 in aftrek worden gebracht.
Nu wordt bij het berekenen van de aftrek de opbrengst uit het afstoten van bedrijfsmiddelen niet meegerekend. Dat is bepaald in artikel 14 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968.
Het Gerechtshof in Leeuwarden had op 13 november 2012 bepaald dat een corporatie bij het berekenen van de pro-rata-verdeelsleutel de omzet uit verkoop van bestaande huurwoningen niet hoefde mee te rekenen. De reden daarvoor: het verkopen van bestaande huurwoningen is geen reguliere bedrijfsactiviteit van de corporatie maar betreft slechts het afstoten van gebruikte bedrijfsmiddelen. De Hoge Raad heeft dat op 6 juni 2014 bevestigd.
Stel dat in het voorbeeld een bedrag ad € 12.000.000 van de totale omzet bestaat uit BTW-vrijgestelde verkoop van bestaande huurwoningen. Het arrest van de Hoge Raad brengt met zich mee dat dit bedrag van € 12.000.000 niet meegeteld hoeft te worden bij het berekenen van de pro-rata-verdeelsleutel. Dat brengt met zich mee dat in dat geval ruim 45% (40.000.000 : 88.000.000) van de BTW op ‘gemengd’ gebruikte goederen in aftrek worden gebracht. En dat betekent dat van de factuur van € 100.000 + € 21.000 BTW dus ruim 45% van de BTW – dus € 9.450 (in plaats van € 8.400) in aftrek kan worden gebracht.
Overigens heeft de pro-rata-regeling wel wat aan belang ingeboet voor corporaties (en veel andere verhuurders) door het vervallen per 1 januari 2014 van de zogenaamde integratieheffing. (De integratieheffing hield kort gezegd in dat de verhuurder bij ingebruikneming van nieuwbouw voor BTW-vrijgestelde doeleinden in één keer BTW moest afdragen aan de belastingdienst over de voortbrengingskosten van die nieuwbouw.) De integratieheffing werd voor het berekenen van de pro-rata-verdeelsleutel tot de belaste omzet gerekend. Meestal ging het daarbij om hoge bedragen. Nu de integratieheffing is vervallen, zal dat bij corporaties en veel andere verhuurders tot gevolg hebben dat hun belaste omzet vanaf 1 januari 2014 een stuk lager is dan voorheen. En dat laatste zal tot gevolg hebben dat een kleiner deel van de BTW op ‘gemengd’ gebruikte goederen en diensten in aftrek kan worden gebracht.
Voor vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Hans van Doesburg.