Verruiming aansprakelijkheid aannemer voor fouten

Kort voor de zomervakantie heeft de Minister een wetsvoorstel ter consultatie voorgelegd dat private kwaliteitsborging in de bouw wil regelen. Een belangrijk onderdeel van dit wetsvoorstel is de verruiming van de mogelijkheid de aannemer aansprakelijk te stellen voor fouten in de uitvoering van het werk die na de oplevering pas blijken, de zogenaamde verborgen gebreken.

Waarom dit wetsvoorstel?

Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat de aansprakelijkheid van de aannemer in Nederland beperkter is dan in de ons omringende landen. Voor professionele opdrachtgevers, zoals woningcorporaties, is de aansprakelijkheid geregeld in § 12 van de UAV 2012. Deze regeling komt er kort gezegd op neer dat de aannemer na de oplevering van het werk niet meer aansprakelijk is voor gemaakte fouten tijdens de uitvoering. Dit is slechts anders wanneer er sprake is van een verborgen gebrek. In deze regeling kan de aannemer zijn aansprakelijkheid ontlopen, door erop te wijzen dat de opdrachtgever of de directievoerder de fout tijdens de uitvoering van het werk of tijdens de oplevering had kunnen zien. Wanneer de aannemer daarin slaagt, is het gebrek niet een verborgen gebrek en gaat de aannemer vrijuit. Deze regeling is al langer onderwerp van discussie en is voor een aantal Ministeries aanleiding geweest de herziene versie van de UAV 2012 niet goed te keuren.

Wat wil de Minister in het voorstel?

De Minister wil dat de discussie over de vraag of er sprake is van een verborgen gebrek wordt beëindigd. In het wetsvoorstel staat dat een gebrek in de uitvoering verborgen is wanneer het niet vermeld staat op het proces-verbaal van oplevering. De gebreken die wel vermeld staan op het proces-verbaal van oplevering moet de aannemer sowieso verhelpen. Komen later na de oplevering nog andere uitvoeringsfouten aan het licht dan zijn dit zonder meer verborgen gebreken en dient de aannemer deze te herstellen, tot vijf jaar na de oplevering.

Voor wie geldt dit voorstel?

Dit voorstel geldt voor consumenten maar ook voor professionele partijen in het bouwproces. De wettelijke regeling is dwingend. Dat wil zeggen dat partijen daar in hun contracten niet vanaf kunnen wijken.

Hebben professionele partijen wel behoefte aan zo’n dwingende wettelijke regeling?

Professionele partijen kunnen in hun bouwcontracten afwijken van de regeling in de UAV en doen dat ook vaak. Ze doen dat ieder op hun eigen manier, al naar gelang de bereidheid van de aannemer die afwijking te accepteren. Hierdoor ontstaan tal van verschillende contracten waardoor steeds van geval tot geval moet worden beoordeeld hoever de aansprakelijkheid van de aannemer strekt. Daarnaast leidt dit tot tal van rechterlijke uitspraken omdat verschillende clausules nu eenmaal tot andere beoordelingen leiden. Deze onduidelijkheid over de aansprakelijkheid van de aannemer leidt tot onnodige kosten, procedures en risico’s bij de opdrachtgever. Het wetsvoorstel maakt aan deze onduidelijkheid een einde en versterkt de positie van de opdrachtgever in de discussie met de aannemer over zijn aansprakelijkheid voor gemaakte fouten.

Wanneer wordt dit voorstel ingevoerd?

Het voorstel ligt nu ter consultatie aan marktpartijen voor. Met name de brancheorganisaties zoals Bouwend Nederland, de VNG, Aedes en Neprom zullen gebruik maken van de gelegenheid hun reactie op dit voorstel te geven.

Daarna zal de Minister dit wetsvoorstel aan het parlement voorleggen. De Minister gaat ervan uit dat deze regeling medio 2015 kan worden ingevoerd.

Marco de Boer

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten