In navolging op het bericht dat op 19 juni jl. op onze website verscheen over het wel of niet moeten (mee)dagvaarden van een bewindvoerder in een ontbindings- en ontruimingsprocedure tegen een huurder, bericht ik als volgt.
Partijen hebben zich mogen uitlaten over het voornemen van de kantonrechter Gelderland om zogeheten ‘prejudiciële vragen’ aan de Hoge Raad te stellen over deze kwestie (zie mijn eerdere bericht). Inmiddels heeft de kantonrechter de Hoge Raad drie rechtsvragen voorgelegd ter beantwoording bij wijze van prejudiciële beslissing, waaronder de vraag of een verhuurder een vordering tot ontbinding van een door de huurder (vóór de instelling van het bewind) gesloten huurovereenkomst en tot ontruiming van het gehuurde, moet worden ingesteld tegen de huurder zelf of (juist) tegen de beschermingsbewindvoerder. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden totdat de Hoge Raad een beslissing heeft genomen. Nieuwe ontwikkelingen zullen op onze website gepubliceerd worden.
Voor vragen kunt u contact opnemen met Tanja de Nijs.