Bij een in appartementsrechten gesplitst gebouw is het van belang dat kan worden vastgesteld welke gedeelten van het gebouw privé zijn en welke gedeelten behoren tot de gemeenschappelijke gedeelten. Hierdoor kan bijvoorbeeld worden bepaald welke aanspraak eigenaren en de VvE op een bepaald gedeelte kunnen maken én bij welke partij eventuele aansprakelijkheden liggen.
In een zaak bij de Hoge Raad was tussen appartementseigenaren en de VvE een geschil ontstaan over de vraag of bepaalde delen van het gebouw moesten worden aangemerkt als privégedeelten of als gemeenschappelijke gedeelten. In de openbare registers waren een notariële akte van splitsing en een daaraan gehechte splitsingstekening ingeschreven, maar deze bleken tegenstrijdig te zijn. De Hoge Raad moest de vraag beantwoorden wat nu voor ging: de akte of de tekening. In de literatuur wordt vaak verdedigd dat de tekening in dat geval beslissend is.
De Hoge Raad komt tot het oordeel dat de rechter dient vast te stellen welke uitleg van deze stukken naar objectieve maatstaven het meest aannemelijk is. De tekening en de akte zijn daarbij van gelijke waarde, lijkt te Hoge Raad te zeggen. Het is in ieder geval niet juist dat alleen de splitsingstekening doorslaggevend is.
Indien u vragen heeft op het gebied van appartementsrechten of VvE’s kunt u contact opnemen met Christian Schellekens.