In augustus 2008 heeft het gerechtshof Amsterdam in een zaak met betrekking tot de verhuur van bedrijfsruimte geoordeeld dat de enkele aanwezigheid van asbesthoudende materialen in het gehuurde geen gebrek oplevert in de zin van de wet. Zolang het asbest niet beschadigd is, is de verhuurder volgens het Hof niet verplicht om het asbest weg te halen of de huurder voor de aanwezigheid van asbest te waarschuwen. Deze week heeft de Hoge Raad in cassatie geoordeeld dat bovenvermelde conclusies van het Hof niet zonder meer juist zijn.
Het gaat volgens de Hoge Raad om de vraag of de verhuurder tekortschiet ten opzichte van het genot dat de huurder op grond van de overeenkomst mag verwachten. In zijn advies aan de Hoge Raad heeft de Procureur-generaal gesteld dat de huurder mag verwachten dat de verhuurde woning geen latente risico's in zich mag bergen die bij normaal gebruik van het gehuurde zich kunnen openbaren en dan tot gevaar kunnen leiden. Onaanvaardbare risico's leveren dan een gebrek op.
Niet ieder latent risico levert echter een gebrek op. Of er sprake is van een onaanvaardbaar risico hangt namelijk af van de aard en omvang van het risico, het beoogde gebruik van het gehuurde en tot slot van het feit of het risico bekend was, zodat de gebruiker rekening kan houden met het risico.
Gezien de aard en omvang van hechtgebonden asbest in relatie met het normale gebruik is er in beginsel geen sprake van een onaanvaardbaar risico. Echter, wanneer er asbesthoudende onderdelen zijn in een verhuurde woning, waarvan redelijkerwijs te verwachten is dat een onwetende huurder daaraan bewerkingen zou willen verrichten, wordt het anders als de huurder niet op de hoogte is van het feit dat in die onderdelen asbest is verwerkt. Men moet dan denken aan de beplating van de balustradetrap of cv-ruimtes en vensterbanken.
De verhuurder doet er derhalve goed aan zijn huurders uitdrukkelijk te waarschuwen voor de aanwezigheid van asbest in onderdelen, waarvan hij weet of kan vermoeden dat de huurder daaraan bewerkingen wil uitvoeren.
Wilt u meer weten over dit onderwerp, neemt u dan contact op met mr. H.J ter Meulen.
Pagina printen:
Het inbrengen van nieuwe bewijsmiddelen en gronden in (hoger) beroep bij de bestuursrechter: tot wanneer is dat eigenlijk toegestaan?
Vaak hebben partijen in een (hoger) beroepsprocedure bij de bestuursrechter de behoefte om nieuwe bewijsmiddelen en gronden naar voren te brengen die zij in een...
22 juli 2024
Tijdelijke verhuur slechts aan specifieke doelgroepen
Wet vaste huurcontractenAl eerder publiceerden wij berichten op onze website over de Wet vaste huurcontracten. Deze wet treedt met ingang van 1 juli 2024 in wer...
19 juni 2024