Op 12 augustus 2013 en 6 maart 2014 informeerden wij u op deze site over het wetsvoorstel tot wijziging van het huurprijzenrecht (wetvoorstel vereenvoudiging procedures huurcommissie). Dit wetsvoorstel, dat op 3 juni 2014 door de Eerste Kamer is aangenomen, is in werking getreden op 1 juli 2014.
De belangrijkste wijzigingen volgen hieronder in het kort:
- de termijn van de rappèlprocedure voor de jaarlijkse huurverhoging wordt verlengd van zes weken naar drie maanden na de voorgestelde datum van de huurprijswijziging. De verhuurder krijgt hierdoor de mogelijkheid om de huurder eerst een niet-aangetekende herinnering te sturen en eerder tot overeenstemming te komen met de huurder. De termijn waarop de huurder naar de huurcommissie moet stappen wordt verlengd van drie naar vier maanden, na de voorgestelde datum van de huurprijswijziging.. Een en ander betekent dat als de huurverhoging is aangezegd tegen 1 juli, de uiterste datum van het rappèl door de verhuurder 1 oktober is. De huurder moet dan vóór 1 november bezwaar indienen.
- de servicekosten worden gesplitst in ‘servicekosten’ en ’nutsvoorzieningen met een individuele meter’. Met dit laatste wordt verstaan de vergoeding voor de in verband met de levering van elektriciteit, gas en water voor het verbruik in het woonruimtegedeelte van het gehuurde op basis van een individuele meter. Onder servicekosten wordt verstaan de vergoeding voor de overige in verband met de bewoning van de woonruimte geleverde zaken en diensten.
- is sprake van onderhoudsgebreken, dan kan de huurcommissie een huurverlaging uitspreken over de door de huurder betaalde huurprijs, in plaats van de maximale huurprijs. Voor corporaties die niet voor de maximale huurprijsgrens verhuren, kan dit tot gevolg hebben dat een opgelegde huurverlaging meer effect heeft dan voorheen.
- is een all-in huurprijs overeengekomen, dan kan de huurder een voorstel aan de verhuurder doen tot een splitsing van de huurprijs en het voorschot voor de servicekosten. Pas als er geen splitsing overeengekomen kan worden, kan de huurder naar de Huurcommissie stappen.
Als gevolg van de wijzigingen in de wet zijn ook het Besluit servicekosten en het Besluit huurprijzen woonruimte gewijzigd. Zo ziet het Besluit servicekosten niet meer op de levering van elektriciteit, gas en water voor het verbruik in het woonruimtegedeelte van het gehuurde op basis van een individuele meter (de nutsvoorzieningen met een individuele meter), maar alleen op de overige in verband met de bewoning van de woonruimte geleverde zaken en diensten.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Tanja de Groot of Jos van den Mosselaar.