De wijziging van het Besluit beheer sociale-huursector, ten aanzien van de toestemmingsprocedure bij de verkoop van woningen aan eigenaar-bewoners en de verslaglegging van de werkzaamheden, is in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2011, 338).
Wijzigingsbesluit
In dit besluit wordt de toestemmingsprocedure voor de verkopen van woningen aan eigenaar-bewoners, bedoeld in artikel 11c van het Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh), gewijzigd. Deze wijziging ligt in de lijn van het voornemen van de regering tot deregulering en het bevorderen van verkopen van huurwoningen aan de bewoners.
Grondslag
In het Bbsh is de grondslag opgenomen om bij ministeriële regeling verkopen van woningen aan eigenaar-bewoners tegen een verkoopprijs van minder dan 90 procent van de onderhandse verkoop-waarde vrij van huur en gebruik waarvoor vooraf geen toestemming gevraagd moet worden aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan te wijzen.
Vereenvoudiging
De voorwaarden waaronder woningcorporaties huurwoningen aan anderen mogen verkopen, zijn met ingang van 1 november 2011 vereenvoudigd. Corporaties hoeven bij verkoop aan huurders in minder gevallen het Rijk om toestemming te vragen en volgt verantwoording achteraf via het jaarverslag. Voorop staat echter dat corporaties woningen altijd eerst te koop moeten aanbieden aan zittende huurders. Belangrijke verandering is dat corporaties bij verkoop aan eigenaar-bewoners de minister niet langer om toestemming hoeven te vragen als zij de woning met meer dan 10 procent korting aanbieden. Voorwaarde is wel dat er afspraken zijn over winstdeling. Wordt de woning binnen 10 jaar doorverkocht, dan moet de koper ook de korting terugbetalen aan de corporatie. Daarnaast vervalt de meldingsplicht voor situaties waarin de woning bewoond gaat worden door ouders of kinderen van de eigenaar.
Nadere informatie over dit onderwerp kunt u inwinnen bij mr. J.M.G.A. Sengers.