In Aedes-Magazine 8/2007 kwam de beslissing van de kantonrechter aan de orde over het huisvesten van cliënten van een zorginstelling in een appartementencomplex. De kantonrechter oordeelde dat dit plan uitgevoerd mocht worden. Het gerechtshof doet in hoger beroep een andere uitspraak.
De aanleiding
Een woningcorporatie wil cliënten van een zorginstelling huisvesten in appartementen in een appartementencomplex. Het gaat om 24 cliënten met een lichte tot matige verstandelijke beperking. Hiertoe zullen negen appartementen worden verbouwd tot slaap-/woonvertrekken met een gemeenschappelijke woonkamer per etage. De vergadering van de vereniging van eigenaren, waarin de corporatie het grootste aandeel heeft, keurt het voorstel goed. De overige eigenaren verzoeken de kantonrechter dit besluit van de VvE te schorsen en te vernietigen. Volgens de kantonrechter is er sprake van (nagenoeg) zelfstandige bewoning. Het besluit is volgens de kantonrechter niet in strijd met de wet of de akte van splitsing en evenmin in strijd met de redelijkheid en billijkheid, reden waarom het verzoek wordt afgewezen.
Het geschil
De overige eigenaren gaan in hoger beroep tegen deze uitspraak. Zij bestrijden het oordeel van de kantonrechter dat er sprake is van nagenoeg zelfstandige bewoning en voeren aan dat voldoende gebleken is dat de negen appartementen anders gebruikt zullen worden, dan overeenkomstig de (woon)bestemming, zoals vermeld in de splitsingsakte en het bestemmingsplan.
De uitspraak
Het hof stelt dat van een normaal gebruik als afzonderlijke woning geen sprake zal zijn. Het besluit tot huisvesting van deze cliënten is volgens het hof in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Het hof acht hierbij van belang dat zowel de woningen, als de gemeenschappelijke gangen anders zullen worden gebruikt dan normaliter het geval is. Ook de voortdurende aanwezigheid van begeleiders brengt volgens het hof een uitzonderlijke situatie met zich mee. Daarnaast speelt mee dat niet zeker is of de cliënten een verklaring moeten en mogen tekenen, waaruit volgt dat zij bij het gebruik van de appartementen de appartementsregels zullen naleven. De beschikking van de kantonrechter wordt dus vernietigd en het verzoek tot vernietiging van het besluit van de VvE wordt alsnog toegewezen.
Het gevolg
Huisvesting van de zorgvragers is daarom van de baan. Corporaties zullen bij de huisvesting van bijzondere doelgroepen in appartementencomplexen altijd moeten nagaan of er geen strijd is met de redelijkheid en billijkheid, dan wel met wettelijke regels. Het antwoord op deze vragen zal afhangen van de concrete omstandigheden en kan per situatie verschillen. Wanneer een corporatie overweegt om bijzondere doelgroepen in een complex te huisvesten, is het raadzaam om daar al bij het formuleren van de bestemming in de splitsingsakte over na te denken.
Tanja de Nijs
Dit artikel is tevens gepubliceerd in Aedes-Magazine 6/2008.