Salderen blijft mogelijk tot het jaar 2023, dat is het goede nieuws. Maar wat gebeurt er daarna? In een recente brief vindt Minister Kamp het salderen een niet toekomstbestendige en een niet kosten efficiënte regeling. Wat zijn de alternatieven en wat betekent dit voor de woningcorporatie en haar huurders?
Einde salderen in zicht, wat gebeurt er na 2023?
Evaluatie salderingsregeling
De salderingsregeling maakt het mogelijk dat gebruikers van zonnepanelen de door de zonnepanelen geproduceerde elektriciteit verrekenen met de door hen van het elektriciteitsnet afgenomen hoeveelheid elektriciteit, tegen dezelfde prijs. Deze salderingsregeling is in feite een fiscale stimuleringsregeling met het doel investeringen in zonnepanelen te promoten.
Uit de evaluatie van de Minister van 3 januari 2017 blijkt dat dit doel wordt bereikt. Echter, de regeling is volgens de Minister relatief duur en beperkt stuurbaar door de overheid. Verder werkt de saneringsregeling volgens de Minister verstorend voor de elektriciteitsmarkt. De gebruiker van het zonnepaneel heeft geen enkele prikkel om het gebruik achter de meter te optimaliseren en daarmee de elektriciteitssystemen te ontlasten. Daarmee bedoelt de Minister dat er geen prikkel is om bijvoorbeeld elektriciteit zelf op te slaan of het gedrag zo af te stemmen dat elektriciteit op momenten wordt afgenomen dat door de zonnepanelen ook daadwerkelijk wordt opgewekt.
Niettemin is de Minister bereid de toepassing van de salderingsregeling te verlengen van 2020 tot 2023. Wat deze Minister betreft komt er in 2023 een nieuwe regeling waarbij twee varianten de voorkeur genieten.
Gevolg afschaffen saldering
Wanneer saldering wordt afgeschaft heeft dat tot gevolg dat voor de afgenomen elektriciteit van het elektriciteitsnet een veel hogere vergoeding moet worden betaald dan de vergoeding die de elektriciteitsleverancier betaalt voor de terug geleverde zonnestroom. Daarbij gaat het om een verschil van omstreeks € 0,20 per kWh voor afgenomen stroom tegen omstreeks € 0,02 per kWh voor teruggeleverde stroom. Uit onderzoek blijkt dat wanneer er sprake is van een all-electric woning het financiële effect van het afschaffen van de salderingsregeling voor de gebruiker leidt tot een kostenverhoging van € 40,00 per maand (€ 480,00 per jaar). Dit is een aanzienlijk financieel nadeel voor de bewoner van een all-electric woning.
Het alternatief
De Minister is bereid in plaats van de salderingsregeling een alternatieve regeling voor te stellen die bestaat uit een terugleversubsidie of een investeringssubsidie.
De terugleversubsidie betekent dat de eigenaar van de PV-panelen een subsidie ontvangt van de overheid naast de vergoeding voor de zonnestroom die hij van zijn leverancier ontvangt. Hoe hoog die terugleversubsidie zal zijn, is nu nog niet duidelijk. Gelet op het feit dat de huidige regeling als relatief duur wordt aangemerkt, mag er zeker van uitgegaan worden dat de terugleversubsidie aanzienlijk lager zal uitvallen dan de fiscale vergoeding in de huidige regeling. Een andere variant die de Minister overweegt, is een investeringssubsidie. Dit betekent dat de eigenaar van de zonnepanelen bij aanschaf een eenmalige subsidie ontvangt op de zonnepanelen. Ook hier is niet duidelijk hoe hoog die investeringssubsidie zal zijn.
Gevolgen voor woningcorporaties en huurders
Wat betekent dit voor woningcorporaties en hun huurders? Wanneer woningcorporaties nu investeren in all-electric woningen en daarvoor een energieprestatievergoeding (EPV) in rekening brengen, is de hoogte daarvan gebaseerd op de huidige salderingsregeling. Wanneer de salderingsregeling in 2023 vervalt, mag er voorlopig van uitgegaan worden dat de huurder zo’n € 40,00 per maand extra zal gaan betalen aan zijn energieleverancier. Wanneer de Minister kiest voor een terugleversubsidie zal dat financieel effect mogelijk minder nadelig zijn afhankelijk van de hoogte van de terugleversubsidie. Wanneer de Minister echter zal kiezen voor een investeringssubsidie, lijkt het er nu niet op dat dat de huurder of de corporatie enig soelaas zal bieden. De investeringen zijn in 2023 immers al gedaan.
Conclusie
De brief van de Minister geeft een tweetal alternatieven aan voor de salderingsregeling waaruit de volgende Minister een keuze zal moeten maken. Daarbij is het interessant of er in de huidige formatiebesprekingen voor dit onderwerp bijzondere aandacht zal zijn. Een ding wordt uit de brief wel duidelijk, de salderingsregeling verdwijnt in 2023 en helaas wordt met geen enkel woord gerept over een overgangsregeling. Het is de hoop dat de nieuwe regering of de Tweede Kamer daarvoor aandacht zal hebben omdat een overgangsregeling zekerheid biedt om huidige investeringen in zonnepanelen te kunnen verantwoorden.
Voor informatie over dit artikel kunt u contact opnemen met Marco de Boer.