Recentelijk (in een arrest van 4 december 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:10510) heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich uitgelaten over de vraag of een woningcorporatie de inschrijving van een woningzoekende mag blokkeren. In deze weblog wordt dit arrest besproken.
Mag een woningcorporatie de inschrijving van woningzoekenden blokkeren?
Wat was het geval?
Vanwege een huurachterstand is in 1998 een tussen de woningcorporatie en een man gesloten huurovereenkomst ontbonden. De huurachterstand is sindsdien onbetaald gebleven. In 2012 toont de man opnieuw belangstelling voor het huren van een door de woningcorporatie aangeboden huurwoning. De woningcorporatie heeft de man hierop meegedeeld dat een woning niet aan hem zal worden verhuurd omdat hij een huurachterstand heeft. De man was het hier niet mee eens, startte een kort geding en later een bodemprocedure. De vorderingen van de man, die kort gezegd strekten tot het sluiten van een huurovereenkomst voor een vergelijkbare huurwoning, zijn zowel in kort geding als in de bodemprocedure afgewezen.
In 2015 heeft de man de huurachterstand bij de woningcorporatie nog steeds niet voldaan. Daarnaast heeft hij ook bij zijn huidige verhuurder een huurachterstand opgebouwd. De woningcorporatie heeft de man hierop bericht dat zijn inschrijving bij de woningcorporatie wordt geblokkeerd én dat hij dus niet meer op woningen van de woningcorporatie kan reageren. Ook hier was de man het niet mee eens en startte wederom een procedure; dit keer tot opheffing van de blokkering. Ook deze vordering werd afgewezen, waarna de man in hoger beroep ging.
Oordeel hof
Het hof overweegt dat het de woningcorporatie, gelet op het uitgangspunt van contractsvrijheid, in beginsel vrij staat om te bepalen of zij al dan niet een huurovereenkomst met een woningzoekende wenst aan te gaan. Wel heeft de woningcorporatie, als toegelaten instelling, een bijzondere verantwoordelijkheid ten aanzien van het huisvesten van personen die door hun inkomen of door andere omstandigheden moeilijkheden ondervinden bij het vinden van passende huisvesting. Deze bijzondere verantwoordelijkheid kan er – eerder dan bij een reguliere verhuurder – toe leiden dat het wel of niet toewijzen van een woning of een blokkering van een woningzoekende in strijd is met de maatschappelijke zorgvuldigheid, en daarmee onrechtmatig is. Na een wederzijdse belangenafweging – waarbij de voor de man bestaande mogelijkheden om elders woonruimte te vinden zwaar wogen – oordeelt het hof vervolgens dat de woningcorporatie niet in strijd met haar maatschappelijke zorgvuldigheid heeft gehandeld. Daarmee heeft zij dus ook niet onrechtmatig jegens de man gehandeld door zijn inschrijving te blokkeren. De blokkade blijft dus van kracht!
Conclusie
Door de jaren heen zijn er meerdere uitspraken gewezen over de vraag of een woningcorporatie de inschrijving van een woningzoekende mag blokkeren, dan wel over de vraag of een woningcorporatie een woningzoekende mag weigeren. Uitgangspunt in de heersende rechtspraak is dat ook voor woningcorporaties de contractsvrijheid voorop staat. Wel is deze contractsvrijheid beperkt door de bijzondere (maatschappelijke) verantwoordelijkheid die woningcorporaties, als toegelaten instelling, hebben. Deze bijzondere (maatschappelijke) verantwoordelijkheid kan er immers – eerder dan bij een reguliere verhuurder – toe leiden dat het wel of niet toewijzen van een woning of een blokkering van een inschrijving in strijd is met de maatschappelijke zorgvuldigheid. Uiteindelijk zal het neerkomen op een afweging van de wederzijdse belangen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Sanne Boesten.