Nieuw wetsvoorstel: Huurcommissie wordt Klachtencommissie

Begin dit jaar is een wetsvoorstelingediend om te komen tot een landelijke vorm van geschillenbeslechting tussen huurder en verhuurder. Aedes onderzocht al eerder samen met de Woonbond hoe een landelijke geschillencommissie het best vorm kon krijgen, een en ander naar aanleiding van de invoering van de Woningwet. De (voormalige) minister van Wonen heeft nu echter besloten de oprichting van een geschillencommissie bij wet te regelen.

shutterstock-46949053.jpg

In het wetsvoorstel worden de taken van de Huurcommissie uitgebreid met de behandeling van geschillen die voortvloeien uit klachten van huurders over de door verhuurders geleverde producten en verrichte diensten. Bijvoorbeeld klachten over gedragingen van (een medewerker van) de verhuurder of de mutatieprocedure. De geschillenbehandeling door de Huurcommissie is beperkt tot de sociale huursector.

Uit de toelichting op het wetsvoorstel blijkt dat het de bedoeling is dat bij klachten eerst de (interne) klachtenprocedure bij de verhuurder wordt doorlopen. Dit betekent dat de nu al bestaande (regionale) klachtencommissies kunnen blijven bestaan als onderdeel van de interne klachtenprocedure. Als dit niet tot een bevredigende oplossing leidt, kunnen zowel huurder als verhuurder met het geschil terecht bij de Huurcommissie, die hiervoor extra bevoegdheden krijgt. De Huurcommissie zal overigens niet alle geschillen in behandeling nemen. Geschillen over ontruiming van de woning, het afsluiten van nutsvoorzieningen, wanbetaling of klachten van niet-huurders blijven buiten de bevoegdheid van de Huurcommissie. Ook is de gang naar de Huurcommissie niet verplicht, het blijft in alle gevallen mogelijk om een geschil bij de rechter aanhangig te maken. Voordat de stap naar de Huurcommissie wordt gezet, moet de verhuurder wel eerst zelf in de gelegenheid zijn gesteld om het geschil op te lossen. 

Uiteraard brengt de uitbreiding van de taken van de huurcommissie ook extra kosten met zich mee. Deze extra kosten zullen voor een deel bekostigd moeten worden door de verhuurder. Hiervoor zal een vaste verhuurdersbijdrage worden geheven. Deze bijdrage is volgens de regering goed te rechtvaardigen, omdat dit strookt met andere geschillenbeslechters die ook door de sector of branche worden gefinancierd (denk bijvoorbeeld aan de geschillencommissie consumenten). Ook strookt het laten betalen door de verhuurder volgens de regering met het idee dat – aldus de toelichting - “de veroorzaker van kosten hier ook voor betaalt”. Verhuurders die 50 of minder woningen hebben, hoeven geen bijdrage te betalen. Hiermee wordt alvast aangesloten op een voorgestelde verhoging van de heffingvrije voet van de verhuurderheffing van 10 naar 50 woningen. Als compensatie voor de verhuurderbijdrage bij geschillenbeslechting zal het nu geldende legestarief voor verhuurders worden verlaagd van € 450 naar € 300. 

Voor “veelplegers” wordt een gedifferentieerd legestarief geïntroduceerd. Een verhuurder die vaak betrokken is bij geschillen die aan de Huurcommissie worden voorgelegd, kan een hogere bijdrage worden opgelegd als hij bij die geschillen opnieuw in het ongelijk wordt gesteld. Dit gedifferentieerde legestarief zal overigens alleen gelden voor geschillen die gaan over de aanvangshuur en over het splitsen van all-in huurprijzen. Voor bepaalde verzoeken tot geschillenbeslechting geldt een drempelbedrag. Geschillen met een klein financieel belang (minder dan € 3 per maand) zullen niet in behandeling worden genomen. 

Als laatste wijziging wordt voorgesteld om geschillen op te lossen via bemiddeling door de Huurcommissie. Men denkt daarbij aan geschillen die voortkomen uit een gebrekkige communicatie of een slechte verstandhouding tussen huurder en verhuurder. Bijvoorbeeld geschillen over huurverlaging bij gebreken. Als bemiddeling tot niets leidt, kan een geschil alsnog door de Huurcommissie worden behandeld. 

Het wetsvoorstel is op 16 januari 2017 ingediend. De behandeling in de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst heeft inmiddels plaatsgevonden en daaruit zijn veel vragen naar voren gekomen. Het verslag hiervan is op 2 februari gepubliceerd en het wachten is nu op het antwoord van de regering. Wij houden u op de hoogte via het weblog.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Tanja de Groot.

1 34.652 Wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte in verband met een verdere modernisering van de Huurcommissie en met de introductie van een verhuurderbijdrage

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten