Op 16 oktober van verleden jaar nam de Tweede Kamer met een ruime meerderheid het wetsvoorstel “Verwijdering asbest en asbesthoudende producten” aan (wetsvoorstel: 34675). Met de invoering van deze wet zou er een wettelijke basis komen voor het aanpakken van de resterende bronnen van asbestvezels, zoals asbesthoudende daken, waarbij het de bedoeling was dat hierop per 31 december 2024 een verbod zou komen. Dat zou betekenen dat eigenaren, waaronder woningcorporaties, wettelijk verplicht zouden zijn om voor die tijd maatregelen te treffen.
(Nog) geen verbod op asbesthoudende daken
Toezeggingen staatssecretaris
Tijdens het debat in de Eerste Kamer werd al vrij snel duidelijk dat door veel van de leden het doel dat de wet beoogde te bereiken wel werd gedeeld, maar dat de manier waarop dit doel bereikt diende te worden op hevige kritieken stuitte. Er werden zowel vraagtekens gezet bij de haalbaarheid als de betaalbaarheid van een verbod op een dergelijke korte termijn. Ook een aantal andere instanties zoals Vereniging Eigen Huis uitte al eerder kritiek, omdat een woningeigenaar binnen een aantal jaar de hoge rekening krijgt gepresenteerd die kan oplopen tot tienduizenden euro’s.
Om tegemoet te komen aan deze kritieken had staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) al toegezegd om het verbod niet op 31 december 2024 in te laten gaan, maar pas op 1 januari 2028. Met andere woorden: huiseigenaren zouden 3 jaar extra krijgen om aan de wettelijke eisen te voldoen. Gemeenten zouden zelfs de mogelijkheid krijgen om uitstel te verlenen tot en met 2030. Daarnaast deed de staatssecretaris nog een aantal andere toezeggingen, bijvoorbeeld ten aanzien van eigenaren van huizen met asbesthoudende daken wier inkomen beperkt is of wier vermogen vast zit in het huis.
Wetsvoorstel verworpen
Alle argumenten en toezeggingen van de staatssecretaris ten spijt, heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel op 4 juni jl. verworpen. Dit is politiek gezien bijzonder, aangezien de Eerste Kamer sinds 1945 slechts 72 wetsvoorstellen heeft verworpen. Het was bovendien bijzonder omdat ten tijde van de stemming in de Tweede Kamer alleen de SGP tegen was, terwijl nu de SGP, VVD, PvdA, CDA en de PVV tegen waren.
Hoe nu verder?
Uit onderzoeken van TNO is gebleken dat verwering van asbestdaken al op kan treden bij asbestdaken van 15 tot 20 jaar oud. Bij verweerde daken kunnen er asbestvezels vrijkomen, hetgeen schadelijk kan zijn voor de volksgezondheid. Aangezien het al vanaf 1994 verboden is om asbesthoudende materialen te verwerken in bijvoorbeeld daken, betekent dit dat de asbesthoudende daken die nu nog op woningen of bijvoorbeeld garages liggen, er al 25 jaar liggen. Dit kan dus een gevaar opleveren voor de volksgezondheid.
De verwerping door de Eerste Kamer heeft niet tot gevolg dat daarmee het verbod definitief van de baan is. Gezien de gezondheidsrisico’s van asbesthoudende daken ligt voor de hand dat er een aangepast voorstel ter goedkeuring aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. Het is dus niet zozeer de vraag of er ooit een verbod komt op asbesthoudende daken, maar wanneer dat verbod er komt. Veel woningcorporaties wachten een dergelijk verbod dan ook niet af en nemen alvast maatregelen om zodoende het hiervoor genoemde risico zoveel mogelijk in te perken.
Indien u vragen heeft over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Sander van Heertum.