Ontruiming van de woning? Informeer de huurder goed!

Bij een vonnis tot ontruiming van een huurwoning zal in veel gevallen de deurwaarder er aan te pas moeten komen om de ontruiming uit te voeren. De deurwaarder mag op basis van het vonnis na de aanzegging tot ontruiming de woning betreden en de inboedel van de huurder verwijderen. Dit komt er op neer dat de deurwaarder de aanwezige roerende zaken verwijdert en op de openbare weg plaatst, waarna ze vervolgens in de regel zullen worden afgevoerd en vernietigd.

shutterstock-1386468416-1.jpg

Zorgvuldig handelen

Zowel de deurwaarder als de verhuurder in wiens opdracht hij handelt, moeten daarbij wel de nodige zorgvuldigheid in acht nemen. Gebeurt dit niet, dan kan aanspraak bestaan op schadevergoeding. In de (verplichte) aanzegging tot ontruiming stelt de deurwaarder de huurder op de hoogte van de datum en het tijdstip van de ontruiming. Neemt de huurder vervolgens zelf geen maatregelen om zijn inboedel veilig te stellen, dan zal de verhuurder zich (via de deurwaarder) over de inboedel ontfermen. Dit gebeurt op basis van zaakwaarneming. Op grond van de wet (artikel 6:199 BW) moet de verhuurder daarbij wel de nodige zorgvuldigheid in acht nemen. Ook bij een rechtmatige ontruiming heeft de verhuurder dus op grond van de eisen van redelijkheid en billijkheid de plicht om rekening te houden met de gerechtvaardigde belangen van de huurder. De verhuurder mag er bijvoorbeeld niet zonder meer van uitgaan dat de huurder zijn inboedel prijsgeeft wanneer deze de woning niet vrijwillig heeft ontruimd.

Schadevergoeding?

In een zaak die geleid heeft tot een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van april 2019, speelde de vraag of de ontruimde huurder aanspraak kon maken op schadevergoeding op grond van zaakwaarneming of schending van de zorgplicht. Dat was inderdaad het geval, maar omdat de huurder ook eigen schuld had, werd de hoogte van de schadevergoeding beperkt. Wat was hier aan de hand?

De deurwaarder had in deze zaak de ontruiming aangezegd op een termijn van 5 weken. De huurder wist dat zijn inboedel op het moment van de ontruiming op de openbare weg geplaatst zou worden. In de aanzegging stond echter niet dat de inboedel vervolgens door de gemeente met een vuilniswagen zou worden afgevoerd en vernietigd. Ten tijde van de ontruiming was de huurder druk bezig om zijn inboedel uit de woning te halen en om de spullen die op de openbare weg stonden, af te voeren. De huurder had tijdens de ontruiming aan de deurwaarder gevraagd of hij spullen van waarde op straat apart mocht plaatsen zodat deze door de huurder zelf afgevoerd konden worden. De spullen zijn echter op één hoop terechtgekomen en (blijkbaar) ter vernietiging afgevoerd. Het hof oordeelde kortgezegd dat door het niet vooraf uitdrukkelijk waarschuwen dat de aan de openbare weg geplaatste goederen vrijwel direct door een vuilniswagen zouden worden afgevoerd en vernietigd, en hier pas tijdens de ontruiming op te wijzen, de verhuurder (als opdrachtgever van de deurwaarder) onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de huurder. Dit belang bestond er uit dat de huurder voorafgaand aan de komst van de vuilniswagen zijn spullen nog in veiligheid had kunnen brengen. Het hof heeft hierbij meegewogen dat de verhuurder een woningcorporatie met een maatschappelijke functie is en zich daarom dit belang van de huurders moet aantrekken. De verhuurder werd als gevolg van dit onrechtmatig handelen veroordeeld in de door de huurder geleden schade. Maar omdat de huurder ook ‘eigen schuld’ had aan de ontruiming, wat mede tot het ontstaan van de schade heeft bijgedragen, werd de schade verdeeld op 1/3 voor de huurder en 2/3 voor de verhuurder.

Hoe kan verhuurder aansprakelijkheid voorkomen?

Om dit soort situaties te vermijden is het verstandig om in de algemene huurvoorwaarden een bepaling op te nemen dat de huurder bij het einde van de huurovereenkomst afstand doet van eventuele spullen die zich na het einde van de huurovereenkomst nog in het gehuurde bevinden en dat verhuurder deze kan afvoeren zonder dat er een bewaarplicht voor verhuurder ontstaat. Daarnaast is het natuurlijk altijd verstandig om de huurder er tijdig, in de aanzegging door de deurwaarder, op te wijzen dat het er op aan laten komen van een gedwongen ontruiming betekent dat de inboedel die op straat wordt gezet vrijwel direct zal leiden tot een afvoer en vernietiging van de inboedel.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Tanja de Groot.

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten