Tweede ingebrekestelling Europese Commissie over aanbestedingsplicht woningcorporaties is een feit

De Europese Commissie blijft van oordeel dat Nederlandse woningcorporaties onder de Europese aanbestedingsrichtlijn vallen. De Europese Commissie zet echter nog niet de volgende formele stap om Nederland te manen wetgeving aan te passen.


190118-artikel-om-europese-commissie.jpg

Indien de Europese Commissie vindt dat een land haar wet- en regelgeving niet naleeft, kan zij een inbreukprocedure starten. Dat heeft de Europese Commissie eind 2017 gedaan met een zogeheten ingebrekestellingbrief naar de Nederlandse overheid. Daarin stelt de Europese Commissie dat Nederlandse woningcorporaties onder de Europese aanbestedingsplicht vallen. De Nederlandse overheid vindt dat corporaties niet onder de aanbestedingsrichtlijn vallen. Dat heeft het ministerie van BZK aan de Europese Commissie laten weten in een formele reactie op de eerste ingebrekestelling.

Op 24 januari 2019 volgde een herhaling van die boodschap: een tweede ingebrekestelling. Opvallend, want de volgende formele stap in een inbreukprocedure zou een met redenen omkleed advies moeten zijn. In zo’n advies verzoekt de Europese Commissie Nederland om binnen een bepaalde termijn, doorgaans twee maanden, mee te delen welke maatregelen zij heeft getroffen. Onduidelijk is waarom de Europese Commissie deze stap vooralsnog niet heeft gezet.

Hoe gaat de procedure nu verder?

Het is wederom aan het ministerie van BZK om te reageren op de tweede ingebrekestelling. Wanneer de Europese Commissie niet achter de reactie van de Nederlandse regering staat en derhalve bij haar oordeel blijft, zal zij nu waarschijnlijk wel een met redenen omkleed advies sturen. Wanneer de door Nederland getroffen maatregelen onvoldoende blijken om te kunnen voldoen aan de Europese regelgeving, kan de Europese Commissie een daadwerkelijke inbreukprocedure starten bij het Europese Hof van Justitie. Zover is het dus nog lang niet. Een uiteindelijk oordeel van het Hof van Justitie zal waarschijnlijk nog wel een paar jaar op zich laten wachten. Van belang is wel dat het oordeel van het Hof van Justitie terugwerkende kracht heeft. Dit betekent dat de uitspraak van het Hof van Justitie ook van toepassing is op opdrachten die voor de datum van het arrest zijn verleend.

Hoe dienen corporaties hiermee om te gaan?

Wanneer een woningcorporatie geen risico wil lopen, kan zij onverplicht wel Europees aanbesteden. Wij kunnen ons goed voorstellen dat woningcorporaties die niet gewend zijn om aan te besteden – en die bijvoorbeeld graag werken met een vertrouwde partij, een kwaliteit voor ogen hebben of graag willen onderhandelen om tot een overeenkomst te komen – liever niet willen aanbesteden.  Echter, een woningcorporatie neemt dan wel een risico. Vrijwillige transparantie vooraf is aan te raden.

Het blijft dus ons advies om te anticiperen op een mogelijke aanbestedingsplicht, zonder deze te erkennen (en zonder te grote investeringen te doen). Hierin zijn verschillende varianten mogelijk. Van vrijwillig Europees aanbesteden tot het enkel hanteren van duidelijke aanbestedingsdocumenten waarin de spelregels van de aanbesteding transparant staan opgenomen. Ter beperking van risico’s is het ook aan te bevelen dat een woningcorporatie wel een bepaling (ontbindende voorwaarde) opneemt in contracten dat zij deze kan beëindigen wanneer het Hof van Justitie een inbreukprocedure start of wanneer zij wordt aangemerkt als aanbestedende dienst. Dit geldt met name bij grote projecten en langjarige (raam)overeenkomsten. Hierover kunnen wij u nader adviseren.

Uiteraard houden wij u van de laatste ontwikkelingen op de hoogte.

Voor informatie over deze blog kunt u contact opnemen met Onno Molders

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten