Verhuurders: let goed op bij aanvang van de huurovereenkomst en voorkom daarmee extreem hoge herstelkosten van dakterrassen, aanbouwen, bijbouwen etc.

Iedere verhuurder krijgt er weleens mee te maken: volgens de huurder hoort een dakterras, aan-bouw of bijgebouw bij het gehuurde, terwijl de verhuurder van niets weet. Dat dit de verhuurder soms duur kan komen te staan, blijkt uit een uitspraak van de kantonrechter Amsterdam d.d. 18 april 2017. De huurder in kwestie beschikte vanaf de aanvang van de huurovereenkomst over een dakterras. In de huurovereenkomst werd het dakterras niet benoemd en over het gebruik van het dakterras was bij aanvang van de huur niet expliciet gesproken. Op enig moment trad er een lekkage op in de woonruimte onder het dakterras. Uit onderzoek bleek de lekkage het gevolg te zijn van het dakterras; de draagkracht van het dak was onvoldoende. Ook bleek er nooit een omgevingsvergunning voor het dakterras te zijn afgegeven. De verhuurder besloot vervolgens het dak-terras af te sluiten voor de huurder.

shutterstock-417458974.jpg

In de procedure bij de kantonrechter vorderde de huurder dat de verhuurder zou worden ver-oordeeld om het dakterras te herstellen en haar weer toegang tot het dakterras te verlenen. De verhuurder stelde zich op het standpunt dat het dakterras niet tot het gehuurde behoorde en dat het dakterras sowieso niet hoefde te worden hersteld omdat de herstelkosten buitenproportioneel hoog waren, namelijk € 34.000,00. De verhuurder deed daarmee een beroep op artikel 7:206 lid 1 BW op grond waarvan een verhuurder niet hoeft over te gaan tot herstel van een gebrek als dit uitgaven vereist die in gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet van de verhuurder zijn te vergen. De kantonrechter maakte korte metten met het verweer van de verhuurder. De kantonrechter oordeelde dat het dakterras weldegelijk onderdeel uitmaakte van het gehuurde. Als reden voerde de kantonrechter onder andere aan dat het dakterras al vanaf de aanvang van de huur door de huurder als dakterras was gebruikt, en dat er twee openslaande deuren zijn die toegang geven tot het dakterras.

De kantonrechter oordeelde vervolgens dat de verhuurder het dakterras diende te herstellen. De kantonrechter benadrukte daarbij dat de verhuurder verplicht is een gebrek te verhelpen en dat de uitzondering uit artikel 7:206 lid 1 BW niet snel mag worden aangenomen. Dat de verhuurder deze herstelkosten niet zou kunnen terugverdienen met huurinkomsten, was volgens de kanton-rechter op zichzelf niet voldoende om te komen tot een uitzondering op de herstelplicht.

Conclusie: stel bij aanvang van de huurovereenkomst goed vast wat wél of juist niet tot het ge-huurde behoort en leg dit vast in de huurovereenkomst. Als het gaat om een voorziening die door een eerdere huurder is aangebracht, moet in ieder geval een overnameformulier aan de huurovereenkomst worden gehecht. Daarin kan o.a. worden opgenomen dat de voorziening door de huur-der dient te worden verwijderd zodra zich gebreken voordoen.

Voor meer informatie, vragen over dit onderwerp of hulp bij het opstellen van de overname af-spraken, kunt u contact opnemen met Georgie Geurts.

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten