In de weblog van 28 maart van dit jaar heb ik aangegeven dat minister Plasterk het wetsvoorstel WNT-3 voor advies naar de Raad van State heeft gestuurd. Met dit wetsvoorstel werd beoogd dat ook medewerkers in de (semi)publieke sector die niet onder de definitie van topfunctionaris vallen onder de maximale bezoldiging van die van de minister (€ 181.000 bruto in 2017) komen te vallen.
Geen WNT-3
Voor medewerkers van woningcorporaties die niet onder de definitie van topfunctionaris vallen zou dit wetsvoorstel er toe leiden dat hun bezoldiging genormeerd wordt aan het salaris van de minister doch niet aan de bezoldigingsklasse die voor de betrokken woningcorporatie geldt.
Inmiddels is duidelijk geworden dat het nieuwe kabinet Rutte III het wetsvoorstel WNT-3 niet zal gaan indienen bij de Tweede Kamer. In haar brief van 14 november 2017 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer heeft de nieuwe Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw Ollongren, medegedeeld dat het wetsvoorstel WNT-3 niet ingediend wordt. Het nieuwe kabinet stelt zich op het standpunt dat uitzonderingen voor topadviseurs noodzakelijk zijn en dat een verdere aanscherping van de WNT op het vlak van de hoogte van de bezoldiging ongewenst is. De overheid zou namelijk – zo is de gedachte – niet de juiste specialisten op het gebied van bijvoorbeeld ICT en/of financiën kunnen aantrekken. Overigens gold de norm van de WNT bijvoorbeeld al niet voor luchtverkeersleiders in Nederland aangezien de vrees was dat deze werknemers anders naar het buitenland zouden vertrekken.
Wel heeft het kamerlid Öztürk van de partij Denk op 27 oktober 2017 inmiddels een initiatief wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer tot wijziging van de WNT in verband met de uitbreiding van de reikwijdte naar werknemers in de (semi)publieke sector nu het kabinet Rutte III het wetsvoorstel WNT-3 niet gaat indienen.
Conclusie
Voorgaande betekent dat voor medewerkers van woningcorporaties van wie de bezoldiging (salaris plus overige bezoldigingscomponenten, waaronder het werkgeversdeel pensioenpremie) hoger is dan die van de minister en niet aangemerkt wordt als topfunctionaris er niets verandert. Hierbij moet opgemerkt worden dat op grond van de Evaluatiewet WNT die per 1 juli 2017 in werking is getreden, vanaf 1 januari 2018 geldt dat gewezen topfunctionarissen op grond van de WNT nog gedurende vier jaar als topfunctionaris worden aangemerkt (artikel 1.3 sub b 6˚ WNT).
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Poppe Merkus.