Op 1 juli 2015 is de Woningwet ingrijpend herzien. Over de consequenties daarvan voor de statuten van woningcorporaties schreven wij al eerder op onze website. Die wetswijziging heeft echter ook gevolgen voor de statuten van verbonden ondernemingen.
Verbonden ondernemingen en de Woningwet
Op grond van het bij de wetswijziging behorende overgangsrecht dienen woningcorporaties voor 1 januari 2018 de statuten van hun dochtermaatschappijen in overeenstemming te brengen met de per 1 juli 2015 gewijzigde Woningwet1. Voordat een corporatie tot wijziging daarvan kan overgaan dient zij daarvoor ministeriële goedkeuring (via de Autoriteit Woningcorporaties) te verkrijgen.
Op grond van de Woningwet mogen dochtermaatschappijen vanaf 1 januari 2018 uitsluitend nog werkzaam zijn op het gebied van de volkshuisvesting. Daarnaast dienen de statuten op diverse onderdelen te worden aangepast. In de statuten dienen bijvoorbeeld specifieke bepalingen te zijn opgenomen (zoals dat de aandelen niet vrijelijk kunnen worden overgedragen) of mogen de statuten bepaalde bepalingen juist niet bevatten (bijvoorbeeld een verbod om pandrecht op aandelen te vestigen). Voorts dient onder meer statutair te worden vastgelegd dat voor specifieke bestuurlijke besluiten de voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) vereist is, waaronder voor het verstrekken van leningen of het afgeven van garanties door de dochtermaatschappij.
Het overgangsrecht biedt de mogelijkheid om uitstel te vragen van deze verplichte statutenwijziging voor maximaal 2 jaar. Dit uitstel dient in elk geval vóór 1 januari 2018 te worden aangevraagd. Of uitstel zal worden verleend moet worden afgewacht; de wet bevat daarvoor geen kader. Gelet op de lengte van de overgangstermijn – 2½ jaar – mag verwacht worden dat niet snel uitstel zal worden verleend. Mogelijk ligt dat anders in geval de verbonden onderneming(en) zich in een afbouwfase bevinden, die nog (net) niet is afgerond.
Bij vragen over dit artikel kunt u contact opnemen met Hans van Doesburg of Jos van den Mosselaar.
1 Dat geldt overigens niet indien gekozen is voor een juridische scheiding ex artikel 50a Woningwet