Verhuur van teruggekochte koopgarantwoningen toegestaan

Uit een recente uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 1 november 2017, waar ondergetekenden optraden als advocaat van de woningcorporatie, volgt dat verhuur van teruggekochte koopgarantwoningen is toegestaan en niet leidt tot een waardedaling van de omliggende (koopgarant)woningen.

shutterstock-357804710.jpg

Waar ging het in deze kwestie om?

Vanaf 2008 heeft de corporatie (nieuwbouw)woningen verkocht onder het Koopgarantconcept, onder licentie van Stichting OpMaat. In 2016 besloot de corporatie om teruggekochte Koopgarantwoningen niet langer onder het Koopgarantconcept te verkopen, maar om deze als sociale huurwoning te verhuren. Aan dit besluit lagen meerdere redenen ten grondslag, waaronder de wijzigingen in de Woningwet en de gemeentelijke Woonvisie, waaruit volgde dat er behoefte was aan meer kleinere sociale huurwoningen.

Enkele koopgaranteigenaren waren het niet eens met dit besluit. Zij vreesden dat de komst van sociale huurders in hun complexen zou leiden tot een waardedaling van hun woningen. In kort geding hebben de eigenaren eind 2016 met succes gevorderd dat de corporatie gedurende een periode van één jaar haar verhuurbesluit niet mocht uitvoeren. In deze periode is door de koopgaranteigenaren een bodemprocedure aanhangig gemaakt om tot een definitief verhuurverbod te komen.

Oordeel rechtbank

De rechtbank komt in de bodemprocedure tot een ander oordeel dan de kort gedingrechter en wijst de vorderingen af. De rechtbank is van oordeel dat het verhuurbesluit van de corporatie niet leidt tot een waardedaling, geen wanprestatie oplevert en evenmin onrechtmatig is jegens de koopgaranteigenaren. De rechtbank sluit in dit verband aan bij het oordeel van de ingeschakelde deskundige, die gemotiveerd concludeert dat verhuur niet leidt tot een waardedaling van omliggende woningen. In de koopovereenkomsten en Koopgarantbepalingen leest de rechtbank verder geen verplichting van Viveste om de woningen blijvend als koopgarantwoning aan te bieden. Daarnaast overweegt de bodemrechter dat de corporatie haar beleidswijziging overtuigend heeft aangetoond met verwijzing naar haar volkshuisvestelijke belangen.

Gebruik van begrip “korting”

Zijdelings overweegt de rechtbank nog dat de corporatie bij het aangaan van de koopgarantovereenkomsten niet te kort is geschoten in haar inlichtingenplicht door niet mede te delen dat bij terugkoop de ‘korting’ wordt ‘verrekend’. Met de toelichtingen en (reken)voorbeelden in de brochure is volgens de rechter voldoende verduidelijkt hoe de terugkoopregeling werkt en de terugkoopprijs tot stand komt. Het feit dat het woord ‘korting’ wellicht niet een geheel juiste benaming is voor de gehanteerde constructie maakt dat niet anders, aldus de rechtbank.

Bij vragen over dit artikel en koopgarantwoningen kunt u contact opnemen met Rogier Goeman en Tanja de Nijs.

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten