Wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen

Minister Stef Blok heeft het Wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) ingediend bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel voorziet in een nieuw stelsel voor kwaliteitsborging in de bouw en een verruiming van de aansprakelijkheidsregels. Over de regelgeving is veel te doen geweest. Tijdens de consultatiefase is er door een substantieel aantal partijen stukken aan de wetgever toegezonden; met name vanuit de bouwers is er veel kritiek geweest op de gemaakte keuzes. Wat houdt het wetsvoorstel ook al weer in? Ik licht dit in het vervolg toe.

artikel-4.jpg

Privatisering van de bouwtoets

Allereerst wordt de bouwtoets geprivatiseerd. Private instanties moeten met gecertificeerde instrumenten controleren of de kwaliteit van bouwprojecten voldoet aan de eisen in het Bouwbesluit. Gemeenten toetsen bouwactiviteiten dan niet meer aan het Bouwbesluit, maar toetsen straks alleen of het bouwproject binnen de ruimtelijke plannen past en of de private instantie een toegestaan instrument heeft gebruikt. Om te borgen dat de gemeente na afloop van het bouwproject over de juiste informatie kan beschikken, moet de private instantie na afloop van het bouwproject wel een opleveringsdossier aan de gemeente verstrekken. 

Bij private kwaliteitsborging moet de opdrachtgever (zoals een corporatie) dus de kwaliteitsborging zelf regelen. Bovendien wordt met de Wkb de Bouwbesluittoets (een toets vooraf door de gemeente) voor veel kleine verbouwingen afgeschaft.

Opdrachtgevers, zoals corporaties, hebben drie opties voor het regelen van die private kwaliteitsborging: ze kunnen het zelf doen, een adviesbureau de opdracht geven het te regelen of een gecertificeerd bouwbedrijf de opdracht geven de borging te doen. In dit kader moeten de te maken afspraken goed worden vastgelegd indien de borging aan een derde wordt opgedragen, ter voorkoming van discussie achteraf.

Verruimde aansprakelijkheid van de bouwer

In algemene zin brengen de wijzigingen in het BW ter versterking van de positie van de opdrachtgever meer evenwicht in de relatie tussen opdrachtgevers en bouwende partijen. Opdrachtgevers krijgen betere mogelijkheden om, wanneer bij oplevering blijkt dat een bouwwerk niet conform regelgeving en contractuele afspraken is gebouwd, de aannemer aan te sporen tot herstelwerkzaamheden. Ten aanzien van de aansprakelijkheid wordt voorgesteld dat de aannemer na de oplevering aansprakelijk blijft voor tekortkomingen aan het bouwwerk die aan hem zijn toe te rekenen. Hiermee wordt een reeds langlopende discussie beslecht en wordt de aannemer gestimuleerd om gebreken reeds voor de oplevering zo veel mogelijk te verhelpen. 

De verruimde aansprakelijkheid versterkt de positie van zowel particuliere als zakelijke opdrachtgevers. In de contracten tussen aannemers en enkele grote, zakelijke opdrachtgevers, zoals bijvoorbeeld het Aedes model aannemingsovereenkomst voor woningcorporaties, is al langer ervaring opgedaan met aanscherping van de aansprakelijkheid van de aannemer voor gebreken. 

Daarbij is de dwingendrechtelijkheid thans beperkt tot natuurlijke personen die niet handelen in het kader van een beroep of bedrijf. Voor andere partijen (natuurlijke en rechtspersonen die handelen in het kader van een beroep of bedrijf) wordt voorgesteld dat zij hiervan alleen uitdrukkelijk bij overeenkomst ten nadele van de opdrachtgever kunnen afwijken. Opdrachtgevers doen er goed aan om contracten voor (grote) projecten op voorhand door één van de advocaten van VBTM Advocaten te laten toetsen. Voorkomen blijft dus ook met de nieuwe regelgeving beter dan genezen nu de aanscherping van de aansprakelijkheid niet dwingendrechtelijk geldt voor partijen als corporaties. 

Verder regelt dit wetsvoorstel dat de aannemer de opdrachtgever informeert of en zo ja, op welke wijze de aannemer door een verzekering dan wel een andere financiële zekerheid de risico’s voor de opdrachtgever heeft afgedekt tegen schade als gevolg van het niet nakomen van de verplichtingen tot het bouwen van het bouwwerk en voor gebreken die na de oplevering van het bouwwerk aan het licht komen. 

Het wetsvoorstel is overigens enkel van toepassing op overeenkomsten van aanneming van werk die zijn gesloten ná de inwerkingtreding van de Wkb. 

De planning van de Wkb 

De Wkb treedt, indien deze wordt goedgekeurd, vanaf 1 januari 2017 gefaseerd in werking. Dit betreft in eerste instantie alleen eenvoudige bouwprojecten waarvoor onder het nieuwe stelsel geen Bouwbesluittoetsing meer verplicht is. In 2018 gaat de private kwaliteitsborging gelden voor woningen en eenvoudige bedrijfsgebouwen. 

Drie jaar na de inwerkingtreding van de Wkb wordt de wet geëvalueerd. Als blijkt dat private kwaliteitsborging goed werkt, dan wordt het stelsel ook ingevoerd voor complexe bouwwerken. Het stelsel wordt op termijn onderdeel van de Omgevingswet.

De praktijk zal moeten uitwijzen wat de gevolgen zijn van de veranderde regelgeving en welke knelpunten er eventueel zijn. Houd onze website daarom goed in de gaten.

Onno Molders
Advocaat bij VBTM Advocaten

Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten