Zonneschermen, roerend of onroerend? Een update

We hebben op onze website diverse keren geschreven over de vraag of zonneschermen als roerend of onroerend moet worden aangemerkt. Het antwoord op deze vraag (roerend of onroerend?) heeft gevolgen voor het antwoord op diverse andere vragen, zoals: wie is verantwoordelijk voor het onderhoud? Zijn de kosten voor de zonneschermen inbegrepen in de kale huur? Of mag er via de servicekosten een vergoeding in rekening worden gebracht bij de huurder?

shutterstock-25782268.jpg

Roerend of onroerend

Mijn collega’s Tanja de Groot en Rogier Goeman bespraken in hun weblogs van 9 februari 2015 en 21 april 2015 drie uitspraken van kantonrechters waarin werd geoordeeld dat zonneschermen roerend zijn zodat via de servicekosten een vergoeding in rekening mag worden gebracht bij de huurder. Mijn collega Rogier Goeman merkte daarbij op dat hem geen gerechtelijke uitspraken bekend waren waarin geoordeeld werd dat zonneschermen onroerend zijn. Inmiddels is er wel zo’n gerechtelijke uitspraak: de Rechtbank Midden-Nederland oordeelde op 25 oktober 2017 dat de zonneschermen in dat specifieke geval als onroerend moeten worden aangemerkt (ECLI:NL:RBMNE:2017:6748). De kantonrechter oordeelde verder dat om die reden het onderhoud, het herstel en de vervanging van de zonneschermen voor rekening komen van de verhuurder.

Zijn gebouw en zonneschermen in constructief opzicht op elkaar afgestemd: onroerend

De kantonrechter heeft om deze vraag (roerend of onroerend?) te beantwoorden beoordeeld of de zonneschermen bestanddeel zijn van het onroerende gehuurde. Daarvan kan volgens vaste jurisprudentie sprake zijn als het gebouw en de zonneschermen in constructief opzicht specifiek op elkaar zijn afgestemd en/of het gebouw uit het oogpunt van geschiktheid als gebouw bij het ontbreken van de apparatuur als onvoltooid moet worden beschouwd. Ook kunnen zonneschermen als bestanddeel worden aangemerkt als er sprake is van zodanige verbondenheid dat de zonneschermen niet kunnen worden afgescheiden van het gehuurde zonder dat beschadiging van betekenis aan het gehuurde wordt toegebracht.

In dit specifieke geval ging het om een appartementencomplex waarin bij de bouw al bouwkundige voorzieningen waren getroffen om de zonneschermen onderdeel van het gebouw te laten zijn. Zo ligt de railconstructie verzonken in het kozijn en verdwijnen de zonneschermen in een kast die onderdeel uitmaakt van het kozijn. Ook worden de zonneschermen bediend met een knop aan de binnenzijde van het gehuurde en is de elektra voor de zonneschermen weggewerkt in de muur. Voor de kantonrechter waren deze feiten voldoende om te oordelen dat het gehuurde en de zonneschermen in constructief opzicht op elkaar zijn afgestemd en dus onroerend zijn.

Als extra argument voerde de kantonrechter nog aan dat de zonneschermen vanwege de railconstructie niet zonder grote kosten en/of schade verwijderd konden worden.

De omstandigheden zijn doorslaggevend

Dat de Rechtbank Midden-Nederland in deze zaak tot het oordeel is gekomen dat de zonneschermen onroerend zijn, wil niet zeggen dat dat altijd het geval is. Wel onderstreept deze uitspraak nogmaals dat er in zijn algemeenheid geen antwoord gegeven kan worden op de vraag of zonneschermen roerend of onroerend zijn: de omstandigheden zullen altijd de doorslag geven.

Deze uitspraak is overigens niet alleen van belang voor zonneschermen, maar voor alle installaties waarbij de vraag opkomt of de kosten zijn inbegrepen in de kale huur of via de servicekosten mogen worden doorberekend aan de huurder, zoals bijvoorbeeld bij zonnepanelen.

Door Georgie Geurts.


Pagina printen:Printen
Relevante nieuwsberichten